20
Onderhoud - transmissie
20.1
Hoofdaandrijving
Bij uitvoering „AX 250 L/D" en „AX 280 L/D"
Afb. 213
1)
Regelschroef / controleboring
3)
Vulschroef / olievulboring
Interval voor oliecontrole en oliewissel: zie hoofdstuk Onderhoud "Onderhoudstabel"
Oliekwaliteit/oliehoeveelheid: Zie hoofdstuk Technische gegevens van de machine
"Bedrijfsstoffen".
•
De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines,
"Machine stopzetten en beveiligen".
Verwijdering afgewerkte olie: zie hoofdstuk Veiligheid, "Bedrijfsstoffen"
Oliepeilcontrole:
•
De controleschroef demonteren.
Het oliepeil moet tot aan het controleboring reiken.
Wanneer de olie tot de controleboring reikt:
•
De controleschroef met het aangegeven aandraaimoment monteren, zie hoofdstuk
Onderhoud, "Aandraaimomenten voor afsluitschroeven en ontluchtingsventielen op
aandrijvingen".
Wanneer de olie niet tot de controleboring reikt:
•
De vulschroef demonteren.
•
Tot de controleboring olie bijvullen via de controleboring.
•
De controleschroef en de vulschroef met het aangegeven aandraaimoment monteren, zie
hoofdstuk Onderhoud, "Aandraaimomenten voor afsluitschroeven en ontluchtingsventielen
op aandrijvingen".
Olie verversen:
Gelekte olie in een geschikte bak opvangen.
•
De olieaftapschroef uitdraaien en olie aflaten.
•
De controleschroef en de vulschroef eruit draaien.
•
De olieaftapschroef indraaien en stevig afdichtend aanhalen.
•
Nieuwe olie via de olievulboring tot aan de controleboring bijvullen.
•
De controleschroef en de vulschroef indraaien en stevig afdichtend aanhalen.
Onderhoud - transmissie
2)
Aftapschroef
339