KRONE bedieningseenheid Alpha
10.18
Parameter "Opraapautomaat" instellen
Als de wagen is uitgerust met een opraapautomaat, is de parameter "Opraapautomaat" in de
fabriek geactiveerd.
Wanneer naderhand een opraapautomaat is gemonteerd of wanneer de boordcomputer is
vervangen, moet de parameter "Opraapautomaat" worden geactiveerd.
Afb. 92
Balkindicatie aan:
Balkindicatie uit:
•
De sensortest inschakelen (zie hoofdstuk KRONE bedieningsterminal Alpha "Sensortest").
•
De toets (12)
Het controlelampje (2) gaat uit en het controlelampje (12) knippert.
Parameter "Opraapautomaat" deactiveren
•
De toets (9)
De parameter "Opraapautomaat" is gedeactiveerd.
De balkindicatie brandt niet.
Parameter "Opraapautomaat" activeren
•
De toets (10)
De parameter "Opraapautomaat" is geactiveerd.
De balkindicatie brandt.
Bedieningseenheid uitschakelen
•
De toets
144
parameter "Opraapautomaat" geactiveerd
parameter "Opraapautomaat" gedeactiveerd
indrukken.
indrukken.
indrukken.
indrukken.