10.10
Snelheid bodemketting instellen
Omdat de oliecapaciteit van trekker tot trekker kan verschillen, moeten de maximumsnelheid
(100%) en de beginsnelheid (0%) van de bodemketting mogelijk worden bijgesteld.
Afb. 83
•
De sensortest inschakelen (zie hoofdstuk KRONE bedieningsterminal Alpha "Sensortest").
Maximumsnelheid (100%) van de bodemketting instellen
•
De toets (4)
Het controlelampje (2) gaat uit en het controlelampje (4) knippert.
•
De trekkerhydraulica activeren.
•
Het motortoerental van de trekker verhogen naar nominaal toerental.
•
De toets (10)
niet meer wordt verhoogd.
De balkindicatie geeft de instelling weer.
KRONE bedieningseenheid Alpha
indrukken.
net zo lang indrukken tot de snelheid van de bodemketting
135