Een verzending bevestigen
Wanneer de laatste pagina van uw origineel correct is verzonden, hoort u
een pieptoon waarna het apparaat terugkeert naar stand-bymodus.
Als er tijdens de verzending van uw fax iets fout gaat, verschijnt er een
foutbericht op het display. U moet de storing oplossen overeenkomstig het
foutbericht op het display (zie "Informatie over displaymeldingen" op
pagina 130 voor een lijst met foutberichten en hun betekenis). Druk op
Stop/Clear om het weergegeven foutbericht te wissen en probeer de fax
opnieuw te verzenden.
U kunt het apparaat zo instellen dat er na elke verzonden fax automatisch
een verzendrapport wordt afgedrukt (zie "Automatisch een verzendrapport
afdrukken" op pagina 105).
Automatisch opnieuw kiezen
Als de lijn van het gekozen nummer bezet is of als het faxapparaat van de
ontvanger niet antwoordt, wordt het nummer afhankelijk van de
fabrieksinstellingen automatisch tot zeven keer opnieuw gekozen met
tussenpozen van drie minuten.
Wanneer Opnieuw kiezen? op het display verschijnt, drukt u op OK om het
nummer onmiddellijk opnieuw te kiezen. Als u de functie Automatisch
opnieuw kiezen wilt annuleren, drukt u op Stop/Clear.
U kunt ook de wachttijd tussen twee kiespogingen en het aantal
kiespogingen wijzigen (zie "De faxinstellingen wijzigen" op pagina 109).
Het laatste nummer opnieuw kiezen
Om het laatste nummer opnieuw te kiezen
1. Druk op Redial/Pause op het bedieningspaneel.
2. Het apparaat begint automatisch met verzenden wanneer een origineel
in de ADI wordt geplaatst.
Als een origineel op de glasplaat ligt, selecteert u Ja om een andere
pagina toe te voegen. Plaats een ander origineel en druk op OK. Zodra
u klaar bent, selecteert u Nee op de vraag Nog een pagina?.
Groepsverzending (faxen naar meerdere
bestemmingen verzenden)
Met de functie Meerdere verz. kunt u een fax naar meerdere
bestemmingen verzenden. Uw documenten worden automatisch in het
geheugen opgeslagen en naar een extern faxapparaat verzonden. Na
verzending worden de originelen automatisch uit het geheugen gewist. U
kunt met deze functie geen kleurenfax verzenden.
1. Druk op
(Faxen) op het bedieningspaneel.
2. Plaats originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven, of plaats
een enkel origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte
zijde naar onder.
3. Stel de gewenste resolutie en tonersterkte voor uw fax in (zie "De
documentinstellingen aanpassen" op pagina 102).
4. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
5. Druk op de pijl-links/rechts tot Faxfunctie verschijnt en vervolgens op
OK.
6. Druk op de pijl-links/rechts tot Meerdere verz. verschijnt en vervolgens
op OK.
7. Voer het nummer van het eerste ontvangende faxapparaat in en druk op
OK.
U kunt snelkiesnummers oproepen of een groepskiesnummer
selecteren met de knop Address book. Voor meer informatie zie "Het
adresboek instellen" op pagina 104.
8. Voer het tweede faxnummer in en druk op OK.
9. Als u meer faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK zodra Ja verschijnt
10. Druk op OK om het gescande origineel in het geheugen op te slaan.
11. Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, drukt u op de
12. Als er een origineel op de glasplaat ligt, selecteert u Ja om een andere
Uitgestelde faxverzending
U kunt het apparaat zo instellen dat een fax op een later tijdstip (tijdens uw
afwezigheid) wordt verzonden. U kunt met deze functie geen kleurenfax
verzenden.
1. Druk op
2. Plaats originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven, of plaats
3. Stel de gewenste resolutie en tonersterkte voor uw fax in (zie "De
4. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
5. Druk op de pijl-links/rechts tot Faxfunctie verschijnt en vervolgens op OK.
6. Druk op de pijl-links/rechts tot Uitgest. verz. verschijnt en vervolgens op
7. Voer het nummer van het ontvangende faxapparaat in en druk op OK.
8. Er wordt u gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het
9. Als u meer faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK zodra Ja verschijnt
10. Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, drukt u op de
11. Voer de gewenste taaknaam in en druk op OK.
12. Voer de gewenste verzendtijd in met behulp van het numeriek
Faxen (alleen CLX-318xFN/CLX-318xFW)_ 99
Er wordt u gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het
document wilt verzenden in te voeren.
en herhaalt u stappen 7 en 8. U kunt tot 10 bestemmingen toevoegen.
Na het invoeren van een groepskiesnummer kunt u geen ander
groepskiesnummer meer invoeren.
pijl-links/rechts om Nee te selecteren op de vraag Nog een nummer?
en drukt u op OK.
pagina toe te voegen. Plaats een ander origineel en druk op OK.
Zodra u klaar bent, selecteert u Nee op de vraag Nog een pagina?.
Het apparaat verzendt de fax naar de verschillende nummers in de
volgorde waarin u ze hebt ingevoerd.
(Faxen) op het bedieningspaneel.
een enkel origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte
zijde naar onder.
documentinstellingen aanpassen" op pagina 102).
OK.
U kunt snelkiesnummers oproepen of een groepskiesnummer
selecteren met de knop Address book. Voor meer informatie zie "Het
adresboek instellen" op pagina 104.
document wilt verzenden in te voeren.
en herhaalt u stap 7. U kunt tot 10 bestemmingen toevoegen.
Na het invoeren van een groepskiesnummer kunt u geen ander
groepskiesnummer meer invoeren.
pijl-links/rechts om Nee te selecteren op de vraag Nog een nummer?
en drukt u op OK.
Zie "Tekens via het numeriek toetsenblok invoeren (alleen CLX-318xFN/
CLX-318xFW)" op pagina 65 voor meer informatie over het invoeren van
alfanumerieke tekens.
Sla deze stap over als u geen naam wilt toewijzen.
toetsenblok en druk op OK.
Als u een tijdstip instelt dat vroeger is dan de huidige tijd, wordt de
fax de volgende dag op het ingestelde tijdstip verzonden.
Het document wordt in het geheugen opgeslagen voor het wordt
verzonden.