Afdrukproblemen
Mogelijke
Probleem
oorzaak
Het apparaat
Het apparaat krijgt
drukt niet af.
geen stroom.
Het apparaat is niet
als standaardprinter
geselecteerd.
Controleer het volgende in het apparaat.
•
De voor- of achterklep is niet gesloten. Sluit de klep.
•
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier (zie "Papierstoringen
verhelpen" op pagina 127).
•
De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier
in de lade plaatsen" op pagina 71).
•
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een
tonercassette.
Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is niet
goed aangesloten.
De
verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
mogelijk defect.
De poortinstelling is
verkeerd.
Het apparaat is
mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Het
printerstuurprogram
ma is mogelijk niet
goed geïnstalleerd.
Het apparaat werkt
niet goed.
Voorgestelde oplossingen
Controleer of het netsnoer is
aangesloten. Controleer de
aan/uit-schakelaar en het
stopcontact.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in Windows.
Maak de kabel van het
apparaat los en sluit hem
opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk
aan op een andere computer
die naar behoren werkt en
druk een document af. U kunt
ook proberen om een andere
kabel voor uw apparaat te
gebruiken.
Controleer de
printerinstellingen in Windows
om vast te stellen of de
afdruktaak naar de juiste poort
wordt gestuurd. Als uw
computer meerdere poorten
heeft, controleert u of het
apparaat op de juiste poort is
aangesloten.
Controleer
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken om na te gaan of
alle afdrukinstellingen correct
zijn (zie "Voorkeursinstellingen
openen" op pagina 76).
Herstel de software van het
apparaat (zie "Het
stuurprogramma van een
USB-apparaat installeren" op
pagina 41).
Kijk of het display van het
bedieningspaneel een
systeemfout aangeeft. Als de
fout niet kan worden
verholpen, neem dan contact
op met een medewerker van
de klantenservice.
Problemen oplossen_ 135
Mogelijke
Probleem
oorzaak
Het apparaat
Het document is zo
drukt niet af.
groot dat er niet
voldoende ruimte
op de harde schijf
van de computer is
om toegang te
krijgen tot de
afdruktaak.
De uitvoerlade is
vol.
Als het apparaat
lange tijd aan een
stuk door wordt
gebruikt, kan de
afdruksnelheid
afnemen of kan het
apparaat de taken
onderbreken om af
te koelen.
Het apparaat
Mogelijk is in de
haalt papier uit
printereigenschapp
de verkeerde
en de verkeerde
invoerbron.
papierbron
geselecteerd.
Een afdruktaak
De afdruktaak is
wordt uiterst
mogelijk zeer
langzaam
complex.
afgedrukt.
De helft van de
De afdrukstand
pagina is blanco.
werd mogelijk
verkeerd ingesteld.
Het ingestelde
papierformaat stemt
niet overeen met
het formaat van het
papier in de lade.
Voorgestelde oplossingen
Wijs meer vasteschijfruimte
op de computer toe voor
spooling en probeer af te
drukken.
2
Ze kan tot 80 vellen (80 g/m
)
normaal papier bevatten.
Wanneer het papier uit de
uitvoerlade is verwijderd,
gaat het apparaat door met
afdrukken.
Wacht tot het apparaat is
afgekoeld. De printer gaat
automatisch door met
afdrukken nadat het apparaat
is afgekoeld.
In veel softwaretoepassingen
kunt u de papierbron instellen
op het tabblad Papier onder
printereigenschappen.
Selecteer de juiste
papierbron. Raadpleeg de
help bij het
printerstuurprogramma.
Maak de pagina minder
complex of wijzig de
instellingen voor de
afdrukkwaliteit.
Wijzig de afdrukstand in het
desbetreffende programma.
Raadpleeg de help bij het
printerstuurprogramma.
Controleer of het
papierformaat in de
printerinstellingen
overeenstemt met het papier
in de lade of met de
papierselectie in de
instellingen van de
softwaretoepassing die u
gebruikt.