•
Kanaal: selecteer het kanaal.
•
Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: verificatie wordt niet gebruikt en codering
wordt al dan niet gebruikt, afhankelijk van de behoefte aan
gegevensbeveiliging.
Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met
de juiste WEP-sleutel heeft toegang tot het netwerk.
•
Codering: selecteer de codering. (Geen, WEP64,
WEP128.)
•
Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de
netwerkcodering in.
•
Netwerksleutel bevestigen: bevestig de sleutelwaarde
van de netwerkcodering.
•
WEP-sleutelindex: als u WEP-codering gebruikt,
selecteert u de geschikte WEP-sleutelindex.
Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt
als het ad-hocnetwerk een beveiligingsinstelling heeft.
Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt.
Selecteer Open syst. of Ged. sleutel voor de verificatie en klik
op Volgende.
•
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol
dat ervoor zorgt dat onbevoegden geen toegang kunnen
krijgen tot uw draadloze netwerk. WEP codeert het
gegevensgedeelte van elk pakket dat over een draadloos
netwerk wordt verzonden met een 64-bits of 128-bits
WEP-coderingssleutel.
8. Het venster bevat de draadloze-netwerkinstelling en controleert of
de instellingen juist zijn. Klik op Volgende.
Voor u het IP-adres van het apparaat invoert, moet u de
netwerkinstellingen van de computer kennen. Als de
netwerkconfiguratie van de computer is ingesteld op DHCP,
moet de instelling voor het draadloos netwerk ook DHCP zijn.
Als de netwerkconfiguratie van de computer is ingesteld op
Statisch, moet de instelling voor het draadloos netwerk ook
Statisch zijn.
Als de computer is ingesteld op DHCP en u voor het draadloos
netwerk de instelling Statisch wilt gebruiken, neemt u contact
op met de netwerkbeheerder voor het statische IP-adres.
•
Voor de methode DHCP
Als de methode voor de toewijzing van IP-adressen
Statisch is, controleert u of DHCP in het venster
Bevestiging van instelling van draadloos netwerk wordt
getoond. Als echter Stat. verschijnt, klikt u op TCP/IP
wijzigen om de toewijzingsmethode te wijzigen in IP-adres
automatisch ontvangen (DHCP).
•
Voor de methode Statisch
Als de methode voor de toewijzing van IP-adressen
Statisch is, controleert u of Stat. in het venster
Bevestiging van instelling van draadloos netwerk wordt
getoond. Als echter DHCP verschijnt, klikt u op TCP/IP
wijzigen om het IP-adres en andere
netwerkconfiguratiewaarden voor het apparaat in te
voeren.
Voorbeeld
Als dit de netwerkgegevens van de computer zijn:
-
IP-adres: 169.254.133.42
-
Subnetmasker: 255.255.0.0
Draadloos netwerk instellen (alleen CLX-318xFW/CLX-318xW(K)K)_ 57
De netwerkgegevens van het apparaat moeten de
volgende zijn:
-
IP-adres: 169.254.133. 43 (gebruik het IP-adres van de
computer, maar wijzig de laatste drie cijfers).
-
Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker
van de computer).
-
Gateway: 169.254.133.1 (vervang de laatste drie cijfers
van het IP-adres van uw apparaat door een 1).
9. Als de instelling van het draadloos netwerk is voltooid, koppelt u de
USB-kabel tussen de computer en het apparaat los. Klik op
Volgende.
Als het venster Computernetwerkinstelling wijzigen
verschijnt volgt u de stappen op het venster.
Klik op Volgende als u klaar bent met het instellen van het
draadloos netwerk op de computer.
Als het draadloos netwerk van de computer is ingesteld op
DHCP, duurt het enkele minuten om het IP-adres te
ontvangen.
10. Het venster Instelling van draadloos netwerk voltooid wordt
geopend.
Kies Ja als u de huidige instellingen aanvaardt en u wilt doorgaan.
Kies Nee als u naar het beginvenster wilt terugkeren.
Klik daarna op Volgende.
11. Klik op Volgende wanneer het venster Printeraansluiting
bevestigen verschijnt.
12. Selecteer de onderdelen die u wilt installeren. Klik op Volgende.
Nadat u de onderdelen hebt geselecteerd, kunt u ook de naam van
het apparaat wijzigen, het apparaat instellen om in het netwerk te
worden gedeeld, het apparaat instellen als standaardapparaat en de
poortnaam van elk apparaat wijzigen. Klik op Volgende.
13. Zodra de installatie is voltooid verschijnt er een venster met de vraag
of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt
afdrukken, klikt u op Een testpagina afdrukken.
In het andere geval klikt u op Volgende en gaat u door met stap 16.
14. Als de testpagina juist wordt afgedrukt klikt u op Ja.
Zo niet, klikt u op Nee om ze opnieuw af te drukken.
15. Als u zich wilt registreren als gebruiker van het apparaat om
informatie te ontvangen van Samsung, klikt u op Online registratie.
16. Klik op Voltooien.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk
met een toegangspunt (Macintosh)
Wat u nodig hebt
Controleer of de volgende items beschikbaar zijn.
•
Toegangspunt
•
Netwerkcomputer
•
Software CD die met uw apparaat werd meegeleverd
•
Het apparaat met een daarop geïnstalleerd
draadloos-netwerkinterface
•
USB-kabel.
Een infrastructuurnetwerk instellen in Macintosh
Als deze items gereed zijn, gaat u als volgt te werk:
1. Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten.
2. Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan.
3. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.