6. Druk op OK om uw keuze op te slaan.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar stand-bymodus.
De klokmodus wijzigen (alleen CLX-318xFN/
CLX-318xFW)
U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd op uw faxen wordt afgedrukt in
de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
1. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2. Druk op de pijl-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en vervolgens op
OK.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Apparaatinst. verschijnt en vervolgens
op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot Klokmodus verschijnt en vervolgens op
OK.
5. Druk op de pijl-links/rechts om de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie te
selecteren en druk op OK.
6. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar stand-bymodus.
De standaardmodus wijzigen (alleen
CLX-318xFN/CLX-318xFW)
Het apparaat is standaard ingesteld op kopiëren. U kunt de
standaardmodus instellen op faxmodus of kopieermodus.
1. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2. Druk op de pijl-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en vervolgens op
OK.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Apparaatinst. verschijnt en vervolgens
op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot Standaardmodus verschijnt en
vervolgens op OK.
5. Druk op de pijl-links/rechts om de gewenste modus te selecteren.
6. Druk op OK om uw keuze op te slaan.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar stand-bymodus.
Geluidsinstellingen
De opties voor instellingen kunnen verschillen afhankelijk van uw
model. Controleer de naam van uw model.
U kunt de volgende opties beheren.
•
Toetsgeluid: hiermee schakelt u toetsgeluiden in of uit. Als deze optie is
ingesteld op Aan weerklinkt er een toon telkens als er op een toets
wordt gedrukt.
•
Waarsch.geluid: hiermee schakelt u waarschuwingsgeluiden in of uit.
Als deze optie is ingesteld op Aan hoort u een waarschuwingsgeluid als
er een fout optreedt of als de faxcommunicatie wordt beëindigd.
•
Luidspreker: hiermee schakelt u geluiden van de telefoonlijn via de
luidspreker, zoals een bel- of faxtoon, in of uit. Als deze optie is
ingesteld op Communicatie ("Common"), staat de luidspreker aan tot
het externe apparaat reageert.
U kunt het volume regelen met behulp van On Hook Dial. Als uw
apparaat een handset heeft, kunt u het volume met de handset
regelen.
•
Belsignaal: stelt het volume van de beltoon in. Het beltoonvolume kunt
u instellen op Uit, Laag, Midden of Hoog.
Toetsgeluid en alarmsignaal (alleen CLX-318x(K)/
CLX-318xN(K))
1. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2. Druk op de pijl-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en vervolgens op
OK.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Geluid/Volume verschijnt en vervolgens
op OK.
4. Selecteer Toetsgeluid of Waarsch.geluid.
5. Selecteer Aan of Uit en druk op OK.
6. Herhaal indien nodig stappen 4 en 5 om andere geluiden in te stellen.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar stand-bymodus.
Luidspreker, beltoon, toetsgeluid en alarmsignaal
(alleen CLX-318xFN/CLX-318xFW)
1. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2. Druk op de pijl-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en vervolgens op
OK.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Geluid/Volume verschijnt en vervolgens
op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste geluidsoptie verschijnt en
vervolgens op OK.
•
Voor Toetsgeluid: kiest u Aan of Uit.
•
Voor Waarsch.geluid: kiest u Aan of Uit.
•
Voor Luidspreker: kiest u Communicatie, Aan of Uit.
•
Voor Belsignaal: kiest u Hoog, Midden, Laag of Uit.
5. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste status of het gewenste
volume voor het geselecteerde geluid verschijnt en vervolgens op OK.
6. Herhaal indien nodig stappen 4 en 5 om andere geluiden in te stellen.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar stand-bymodus.
Luidsprekervolume (alleen CLX-318xFN/CLX-318xFW)
Om het volume te regelen met On Hook Dial
1. Druk op
2. Druk op On Hook Dial. U hoort een kiestoon uit de luidspreker.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot u het gewenste volume hoort.
4. Druk op On Hook Dial om de wijziging op te slaan en terug te keren
naar stand-bymodus.
Tekens via het numeriek toetsenblok invoeren
(alleen CLX-318xFN/CLX-318xFW)
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Bij de
installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de naam van
uw bedrijf en het faxnummer invoeren.
Alfanumerieke tekens invoeren
1. Als u gevraagd wordt om een letter in te voeren zoekt u de toets met het
gewenste teken. Druk een aantal keren op deze toets tot de gewenste
letter op het display verschijnt.
Om de letter O in te voeren drukt u bijvoorbeeld op cijfertoets 6 met
opschrift MNO.
Telkens wanneer u op cijfertoets 6 drukt, verschijnt er een andere letter
op het display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6.
U kunt speciale tekens invoeren, zoals een spatie, plusteken enzovoort.
Meer informatie vindt u in het gedeelte hieronder.
Basisinstellingen_ 65
(Faxen) op het bedieningspaneel.