4. Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw
Macintosh-computer.
5. Dubbelklik op de map MAC_Installer.
6. Dubbelklik op het pictogram Installer OS X.
7. Voer het wachtwoord in en klik op OK.
8. Het installatievenster van Samsung wordt geopend. Klik op
Volgende (voor Mac OS X 10.4 Ga door).
9. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Volgende (voor Mac
OS X 10.4 Ga door).
10. Klik op Akkoord als u de gebruiksrechtovereenkomst aanvaardt.
11. Selecteer Eenvoudige installatie (voor Mac OS X 10.4
Standardinstallatie) en klik op Installeer. Eenvoudige installatie
(voor Mac OS X 10.4 Standardinstallatie) wordt aanbevolen voor
de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u Aangepaste installatie (voor Mac OS X 10.4 Maak
installatie ongedaan) selecteert, kunt u aangeven welke
afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.
12. Het bericht met de waarschuwing dat alle toepassingen op de
computer worden afgesloten verschijnt. Klik op Volgende (voor Mac
OS X 10.4 Ga door).
13. Selecteer de optie Draadloze verbindingen instellen en
installeren en klik vervolgens op OK.
14. De software zoekt het draadloos netwerk.
Als het draadloos netwerk niet wordt gevonden, controleert u
of de USB-kabel tussen de computer en het apparaat juist is
aangesloten en volgt u de instructies in het venster.
15. Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten.
Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u gebruikt en
klik op Volgende.
Als u de gewenste netwerknaam niet vindt of als u het
draadloos netwerk handmatig wilt instellen, klikt u op
Geavanceerde instelling.
•
Voer de naam van het draadloze netwerk in: typ de
SSID van het gewenste toegangspunt (de SSID is
hoofdlettergevoelig).
•
Werkingsmodus: selecteer Infrastructuur.
•
Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: verificatie wordt niet gebruikt en codering
wordt al dan niet gebruikt, afhankelijk van de behoefte aan
gegevensbeveiliging.
Ged. Sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met
de juiste WEP-sleutel heeft toegang tot het netwerk.
WPA Privé of WPA2 Privé: selecteer deze optie om de
afdrukserver te verifiëren op basis van een vooraf gedeelde
WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel
gebruikt (doorgaans vooraf gedeelde wachtwoordzin
genoemd) die handmatig wordt geconfigureerd op het
toegangspunt en elk van zijn clients.
•
Codering: selecteer de codering. (Geen, WEP64,
WEP128, TKIP, AES, TKIP AES.)
•
Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de
netwerkcodering in.
•
Netwerksleutel bevestigen: bevestig de sleutelwaarde
van de netwerkcodering.
•
WEP-sleutelindex: als u WEP-codering gebruikt,
selecteert u de geschikte WEP-sleutelindex.
Draadloos netwerk instellen (alleen CLX-318xFW/CLX-318xW(K)K)_ 58
Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt
als het toegangspunt een beveiligingsinstelling heeft.
Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt.
Het venster kan verschillen afhankelijk van de
beveiligingsmodus, WEP of WPA.
•
Voor WEP
Selecteer Open syst. of Ged. Sleutel voor de verificatie en
voer de WEP-beveiligingssleutel in. Klik op Volgende.
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol
dat ervoor zorgt dat onbevoegden geen toegang kunnen
krijgen tot uw draadloze netwerk. WEP codeert het
gegevensgedeelte van elk pakket dat over een draadloos
netwerk wordt verzonden met een 64-bits of 128-bits
WEP-coderingssleutel.
•
Voor WPA
Voer de gedeelde WPA-sleutel in en klik op Volgende.
WPA regelt de machtiging en identificatie van gebruikers
op basis van een geheime sleutel die automatisch op
gezette tijdstippen wordt gewijzigd. WPA gebruikt tevens
TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) en AES (Advanced
Encryption Standard) voor gegevenscodering.
16. Het venster bevat de draadloze-netwerkinstelling en controleert of
de instellingen juist zijn. Klik op Volgende.
•
Voor de methode DHCP
Als de methode voor de toewijzing van IP-adressen Statisch is,
controleert u of DHCP in het venster wordt getoond. Als echter
Statisch verschijnt, klikt u op TCP/IP wijzigen om de
toewijzingsmethode te wijzigen in DHCP.
•
Voor de methode Statisch
Als de methode voor de toewijzing van IP-adressen Statisch is,
controleert u of Statisch in het venster wordt getoond. Als echter
DHCP verschijnt, klikt u op TCP/IP wijzigen om het IP-adres en
andere netwerkconfiguratiewaarden voor het apparaat in te
voeren. Voor u het IP-adres van het apparaat invoert, moet u de
netwerkinstellingen van de computer kennen. Als de computer is
ingesteld op DHCP, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder voor het statische IP-adres.
Voorbeeld
Als dit de netwerkgegevens van de computer zijn:
-
IP-adres: 169.254.133.42
-
Subnetmasker: 255.255.0.0
De netwerkgegevens van het apparaat moeten de volgende zijn:
-
IP-adres: 169.254.133. 43 (gebruik het IP-adres van de
computer, maar wijzig de laatste drie cijfers).
-
Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van
de computer).
-
Gateway: 169.254.133.1 (vervang de laatste drie cijfers van
het IP-adres van uw apparaat door een 1).
17. Het draadloos netwerk maakt een verbinding volgens de
netwerkconfiguratie.
18. Als de instelling van het draadloos netwerk is voltooid, koppelt u de
USB-kabel tussen de computer en het apparaat los. Klik op
Volgende.
19. De installatieprocedure wordt uitgevoerd.
20. Het venster Faxwachtrijmaker verschijnt tijdens de installatie.
•
Voor CLX-318xW(K)K klikt u op Annuleren om door te gaan met
de volgende stap.