Hulp bij storingen
3. Steek de bougiesleutel (20/1) door de ope-
ning op de bougie.
4. Draaide oude bougie los.
5. Draai de bougie met hand weer in en trek
hem daarna vast met een bougiesleutel (aan-
haalmoment 20 Nm).
Opmerking: Gebruik het in de technische
gegevens vermelde bougietype.
6. Monteer de afdekking weer.
7 HULP BIJ STORINGEN
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel. On-
derdelen met scherpe randen en draaiende on-
derdelen kunnen letsel veroorzaken.
■
Draag bij onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden altijd beschermende handschoe-
nen!
OPMERKING Neem contact op met onze
klantenservice bij storingen die niet in deze tabel
staan vermeld of die u niet zelf kunt oplossen.
Storing
Motor slaat niet
aan.
Motorvermogen
wordt minder.
Er wordt geen
stroom opge-
wekt.
478067_g
Maatregel
Vullen met benzine.
Bij een koude start de
draaiknop naar CHOKE
draaien.
Zet de ontluchtingsklep
van de tankdop op ON.
Het olie-waarschuwings-
lampje brandt: Vul olie bij.
Bougies controleren, even-
tueel vervangen.
Luchtfilter reinigen.
Apparaten loskoppelen.
Luchtfilter reinigen.
Sommige apparaten los-
koppelen.omdat het maxi-
mum nominaal vermogen
van de generator is over-
schreden.
Wisselstroom (AC) contro-
lelampje brandt niet: De
motor opnieuw starten.
Storing
8 TRANSPORT
WAARSCHUWING! Brand- en explosie-
gevaar. Brand en explosie door vrijkomende
brandstof en olie en door benzinedampen kun-
nen ernstig letsel veroorzaken.
■
Transporteer de generator altijd veilig en
rechtop in de normale bedrijfspositie en zo
mogelijk met een lege tank.
1. Til de generator aan de draaggreep op draag
hem ook aan de draaggreep.
2. De generator voor het transport met riemen
of kabels zo beveiligen dat hij niet kan gaan
glijden.
9 OPSLAG
WAARSCHUWING! Brand- en explosie-
gevaar. Benzine en olie zijn zeer gemakkelijk
ontvlambaar. Een brand kan dodelijk letsel tot ge-
volg hebben.
■
Bewaar het apparaat niet in de buurt van
open vuur of warmtebronnen.
■
Bewaar het apparaat niet in een ruimte waar-
in met elektrisch gereedschap wordt gewerkt.
■
Laat de motor afkoelen.
■
Bewaar het apparaat droog en op een plek
die ontoegankelijk is voor kinderen en onbe-
voegde personen.
■
Bewaar het apparaat vorstvrij.
■
Ledig de benzinetank.
■
Bougiestekker uittrekken.
Laat de benzine af (21)
Volgetankte apparaten kunnen tijdens de opslag
benzinedampen afgeven. Door de verdamping
kunnen benzinerestanten in de carburateur tot
het vastplakken van onderdelen leiden en daar-
door storingen veroorzaken.
1. Pomp de benzine in een geschikte brandstof-
tank af.
Generator afdekken
1. Plaats de generator op een schone, droge
plaats die is beschermd tegen natheid en
vocht.
Maatregel
Gelijkstroom (DC) beveili-
gingsschakelaar staat op
OFF: Beveiligingsscshake-
laar op ON zetten.
35