Bediening
■
Vul en leeg benzine en motorolie alleen bij
een koude motor en buiten.
■
Vul benzine en motorolie niet bij een draaien-
de motor.
■
Doe de tank niet te vol omdat benzine uit kan
gaan zetten.
■
Niet roken tijdens het tanken.
■
De tankdop niet openen wanneer de motor
draait of nog heet is.
■
De tank of tankdop bij beschadiging vervan-
gen.
■
Tankdop altijd stevig sluiten.
■
Wanneer er benzine is gemorst:
■
De motor niet starten.
■
Startpogingen voorkomen.
■
Apparaat grondig reinigen.
■
Laat de motor voor een nieuwe vulling
met benzine afkoelen en voorkom mor-
sen.
■
Gemorste brandstof kan op kunststof on-
derdelen beschadigingen veroorzaken.
Veeg de brandstof meteen af. De garan-
tie dekt geen schade, die is veroorzaakt
door op de kunststofonderdelen gemors-
te brandstof.
■
Wanneer er motorolie is gemorst:
■
De motor niet starten.
■
Uitgelopen olie met oliebindmiddel of een
doek opzuigen en volgens de richtlijnen
verwijderen.
■
Apparaat grondig reinigen.
OPMERKING Doe afgewerkte motorolie mi-
lieuvriendelijk weg! Wij adviseren om afgewerkte
olie in een gesloten reservoir bij een recycling-
centrum of een klantenservice af te geven. Afge-
werkte olie niet:
■
via het huisvuil verwijderen
■
in het riool of in een afvoer gieten
■
op de grond gooien
4.2.2
Bedrijfsmiddelen
Voor de inbedrijfstelling moet u het apparaat bij-
tanken.
Benzine
Soort
Normale ben-
zine / loodvrij
Vulhoeveelheid 4 l
478067_g
4.2.3
het ontsnappen van een benzine-luchtmengsel
ontstaat potentieel explosieve atmosfeer. Door
een ondeskundige omgang met brandstoffen
kunnen deze ontsteken, exploderen en ontbran-
den, wat tot zwaar letsel en zelfs sterfgevallen
kan leiden.
■
■
1. Draai de tankdop los en leg hem op een
2. Vul benzine met een trechter bij:
3. Sluit de tankvulopening stevig af en reinig
4.2.4
1. Plaats het apparaat op een vlakke onder-
2. Draai de schroeven los (04/1).
3. Verwijder de motorafdekking (04/2).
4. Draai de olievuldop los en leg hem op een
5. Vul de olie met een trechter bij (06).
6. Sluit de olievulopening stevig af en reinig
7. Plaats de motorafdekking weer terug en
5 BEDIENING
5.1
ging. De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, dat voor een mens binnen enkele
minuten dodelijk kan zijn.
■
■
■
Motorolie
■
SAE 10W-30
0,35 l
Benzine bijvullen (03)
GEVAAR! Explosie- en brandgevaar. Bij
Rook nooit, terwijl u met benzine werkt.
Werk uitsluitend in de buitenlucht met benzi-
ne en nooit in afgesloten ruimten.
schone plek neer.
■
alleen tot aan de rode lijn bijvullen (03/1)
■
max. vulpeil (03/2)
hem.
Motorolie bijvullen (04- 07)
grond.
schone plek neer (05/1).
Opmerking: Ga het maximum vulpeil niet te
boven (07).
hem.
schroef hem vast.
Motor starten (08 - 12)
GEVAAR! Levensgevaar door vergifti-
Start en gebruik de motor alleen buiten.
Gebruik de motor nooit in gesloten ruimten,
ook niet bij geopende ramen en deuren.
Adem geen uitlaatdampen in.
Schakel de motor uit wanneer u tijdens het
gebruik misselijk, duizelig of onwel wordt.
Raadpleeg onmiddellijk een arts.
31