Veiligheidsinstructies
Symbool Betekenis
Gebruik het apparaat niet in geslo-
ten of slecht geventileerde ruimten
(bijv. garages).
Er is gevaar voor elektrocutie en
kortsluiting.
Brandgevaar! Ga bij het hanteren
met benzine en olie bijzonder voor-
zichtig te werk!
Laat het apparaat afkoelen voordat
u het met brandstof of olie vult!
Draag gehoorbescherming!
De generator mag niet op het huis-
houdelijke elektriciteitsnet worden
aangesloten!
Neem bij werkzaamheden aan de
generator alle apparaten los.
Aardingsaansluiting
2.6
Productoverzicht (01)
Apparaat
Nr.
Onderdeel
1
Draaghandgreep
2
Ontluchtingsventiel tankdop
3
Tankdop
4
Bedieningspaneel
5
Starter met trekkoord
6
Motorafdekking
7
Ventilatierooster
8
Uitlaatgasdemper
478067_g
Nr.
Onderdeel
9
Onderhoudsklep bougies
Bedieningspaneel
Nr.
Onderdeel
10
Olie-waarschuwingslampje
11
Controlelampje overbelasting
12
Controlelampje wisselstroom (AC)
13
ESC (Engine Smart Control)
14
Draaischakelaar STOP/START/
CHOKE
15
AC-uitgang 230 V
16
Aardingsaansluiting
17
DC-uitgang 12 V
18
Gelijkstroom (DC) beveiligingsscha-
kelaar
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
■
Gevaar voor elektrische schok! Gebruik het
apparaat niet bij regen, natheid of een hoge
luchtvochtigheid.
■
Gebruik het apparaat uitsluitend in onberis-
pelijke hoedanigheid! Controleer voor iedere
inbedrijfstelling of het apparaat onbeschadigd
is en er geen elektrische kabels open liggen.
■
Bewaar de machine met benzine in de tank
nooit in een ruimte waarin benzinedampen
met open vuur, een hete bron of vonken in
aanraking kunnen komen.
■
Houd vuil, benzine en olie uit de buurt van
motor, uitlaat, accubak en brandstoftank.
■
Plaats geen brandbare of licht ontvlambare
voorwerpen of materialen in de buurt van de
uitlaatlevel.
■
Gebruik het apparaat niet in gesloten of
slecht geventileerde ruimten (bijv. garages).
Gebruik het apparaat niet in onderaardse
ruimten. De uitlaatgassen bevatten giftig
koolmonoxide en andere schadelijke stoffen.
■
De generator mag niet op het huishoudelijke
elektriciteitsnet worden aangesloten!
■
De generator moet veilig geaard zijn.
■
Derden uit de gevarenzone houden!
■
De gebruiker is verantwoordelijk voor onge-
vallen met andere personen en hun eigen-
dom.
29