Inhoudsopgave
Advertenties
8.2.12. STROOMMETING
Bijzondere referentievoorwaarden:
Piekfactor = 1,414
Gelijkspanningscomponent <0,1%
Frequentie: 15,8 tot 450Hz.
Bij een meting van I
wordt de intrinsieke onzekerheid verhoogd met 5%.
SEL
Kenmerken met de tang MN77:
Transformatieverhouding: 1000/1
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Door een spanning tussen de klemmen L en PE aan te sluiten, wordt het apparaat gesynchroniseerd op de frequentie van deze
spanning, waardoor de stroommetingen vanaf 1mA uitgevoerd kunnen worden.
Kenmerken met de tang C177A:
Transformatieverhouding: 10 000/1
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Door een spanning tussen de klemmen L en PE aan te sluiten, wordt het apparaat gesynchroniseerd op de frequentie van deze
spanning, waardoor de stroommetingen vanaf 5mA uitgevoerd kunnen worden.
Bij een selectieve stroommeting wordt de intrinsieke fout van de tangen verhoogd met 5%.
8.2.13. RICHTING FASEVERANDERING
Bijzondere referentievoorwaarden:
Driefasenet
Spanning van de installatie: 20 tot 500V.
Frequentie: 15,8 tot 17,5Hz en 45 tot 65Hz.
Toelaatbaar onevenwicht bij amplitude: 20%.
Toelaatbaar onevenwicht bij fase: 10%.
Toelaatbaar percentage harmonischen bij spanning: 10%.
Kenmerken:
De fasevolgorde is «positief» als de draaiing L1-L2-L3 tegen de klok ingaat.
De fasevolgorde is «negatief» als de draaiing L1-L2-L3 met de klok mee gaat.
De drie spanningen worden gemeten (zie de kenmerken van §8.2.1) en aangegeven als U
5,0-399,9mA
0,1mA
± (2%+5pt)
5,0-399,9mA
0,400-3,999 A
,1mA
± (2%+5pt)
± (1,5%+2pt)
0,400-3,999 A
1mA
± (1,5%+2pt)
4,00-39,99 A
1mA
± (1%+2pt)
93
4,00-19,99 A
10mA
± (1,2%+2pt)
40,0-199,9 A
10mA
100mA
± (1,2%+2pt)
, U
en U
.
12
23
31
Advertenties
Inhoudsopgave
