Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lusimpedantiemetingen; Lijnimpedantiemetingen - Chauvin Arnoux C.A 6116N Gebruikshandleiding

Installatie
Inhoudsopgave

Advertenties

Kenmerken in de selectieve modus:
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid over de
impedantiemeting
5
5: het inductieve gedeelte wordt niet gemeten in de selectieve modus.
De duur van de meting hangt af van de spanning van de installatie, de waarde van de gemeten impedantie en de activering van
het filter voor gladstrijken (SMOOTH).
Max. toelaatbare weerstand voor de sonde voor spanningsmeting: 15kΩ.
Intrinsieke onzekerheid over de meting van de weerstand van de sonde: ± (10%+5pt), resolutie 0,1kΩ.
De meetstroom komt overeen met de teststroomwaarden aangegeven in de tabel met kenmerken in de modus met uitval verdeeld
door de verhouding R
/R
SEL

8.2.8. LUSIMPEDANTIEMETINGEN

Bijzondere referentievoorwaarden:
Spanning van de installatie: 90 tot 500V.
Stabiliteit van de spanningsbron: <0,05%.
Frequentie van de installatie: 15,8 tot 17,5Hz en 45 tot 65Hz.
Weerstand van de snoeren: nul of gecompenseerd.
Contactspanning (potentiaal van de aardleiding t.o.v. de plaatselijke aarde): <5V.
Resterende lekstroom van de installatie: geen.
Compensatie van de snoeren tot 5Ω.
Kenmerken in de modus 3 draden met uitval:
Zie §8.2.7
Kenmerken in de modus 3 draden zonder uitval:
Zie §8.2.7
Kenmerken van de berekening van de kortsluitstroom:
Rekenformule
: Ik = U
Berekeningsgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Werkingsonzekerheid

8.2.9. LIJNIMPEDANTIEMETINGEN

Bijzondere referentievoorwaarden:
Spanning van de installatie: 90 tot 500V.
Stabiliteit van de spanningsbron: <0,05%.
Frequentie van de installatie: 15,8 tot 17,5Hz en 45 tot 65Hz.
Weerstand van de snoeren: nul of gecompenseerd.
Impedantie van het inductieve gedeelte: <0.1 x het resistieve gedeelte van de gemeten impedantie
Compensatie van de snoeren tot 5Ω.
Kenmerken in de modus 2 draden (sterkstroom):
Zie §8.2.7
0,50-39,99Ω
0,01Ω
met R
/R
≤ 100. Daarboven bereikt men de grens van de stroom, namelijk 20mA piek.
A
SEL
A
/Z
REF
S
0,1-399,9A
0,1A
= √ (Intrinsieke onzekerheid over de spanningsmeting indien U
= √ (Werkingsonzekerheid over de spanningsmeting indien U
40,0-399,9Ω
0,1Ω
± (10%+10pt)
400-3999A
1A
+ (Intrinsieke onzekerheid over de lusmeting)²
+ (Werkingsonzekerheid over de lusmeting)²
89
4,00-6,00kA
10A
gebruikt wordt)²
MEAS
gebruikt wordt)²
MEAS

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C.a 6117

Inhoudsopgave