Inhoudsopgave
Advertenties
3.9.3. CONFIGURATIE VAN DE METING
Alvorens met het meten te beginnen, kunt u dit configureren door de weergegeven parameters te wijzigen:
Om de meting van Z
kabels, uitsluitend voor de C.A 6117). Hier moet Z
Om de weerstand van de meetsnoeren te compenseren voor metingen met een lage waarde (zie §3.16).
(Ik)
te selecteren (meting van de lijnimpedantie) of van ∆V (meting van de spanningsval in de
i
Voor het activeren of deactiveren van het gladstrijken van het signaal.
Het apparaat stelt voor om de spanning voor het berekenen van Ik uit de volgende waarden te kiezen:
■ U
(de waarde van de gemeten spanning),
LN
■ de waarde van de spanning volgens de oude norm (bijvoorbeeld 220V),
■ de waarde van de spanning volgens de huidige norm (bijvoorbeeld 230V).
Afhankelijk van de gemeten waarde U
■ als 170 <U
<270V: U
LN
■ als 90 <U
<150V: U
LN
■ als 300 <U
<500V: U
LN
Om het alarm te deactiveren.
Z-R
Om het alarm op Z
Ω
k Ω
Ik
Om het alarm op Ik te activeren.
A
k A
Isc
Voor het activeren van het alarm op Isc, stroom voor hulp bij het kiezen van de zekering
(uitsluitend voor de C.A 6117).
geselecteerd worden.
i
stelt het apparaat de volgende keuzes voor:
LN
, 220V of 230V.
LN
, 110V of 127V.
LN
, 380V of 400V.
LN
te activeren.
i
050.00
Om de alarmdrempel af te stellen (zie §3.17). De stan-
daardwaarde van de drempel is vastgesteld op 50Ω.
010.00
Om de alarmdrempel af te stellen (zie §3.17). De stan-
daardwaarde van de drempel is vastgesteld op 10kA.
Voor toegang tot de zekeringentabel.
39
Advertenties
Inhoudsopgave
