3.14.5. VERMOGENSFACTOR
Bij sinusvormige signalen geeft het teken van de cos φ aan dat de meting wordt uitgevoerd op een generator (cos φ <0) of op
een ontvanger (cos φ >0). De vermogensfactor, PF, kan beschouwd worden als het equivalent van de cos φ maar wordt over het
algemeen toegepast op signalen die geen sinusvorm hebben, wat vaak het geval is bij stroom.
Daarentegen wordt op het apparaat het teken PF op de gebruikelijke wijze verwerkt, dat wil zeggen dat dit alleen aangeeft of de
fase te vroeg of te laat is (inductieve of capacitieve lading) en niet of het een ontvanger of een generator betreft.
De fasehoek wordt op stelkundige wijze verwerkt. Deze toont de hoekafstand tussen de spanningsvector en de stroomvector, die
als referentie geldt.
tijd
i(t)
+
Fase[V(t);i(t)]
Type materiaal
-180° < φ < -90°
- 90° < φ <
0°
0° < φ < +90°
+90° < φ < +180°
1: als ontvanger.
3.14.6. FOUTINDICATIE
De meest voorkomende fouten in geval van een vermogensmeting zijn:
■ De spanning komt buiten het meetgebied.
■ De frequentie komt buiten het meetgebied.
■ De stroom is te zwak om gemeten te worden.
■ Het gemeten vermogen is negatief. Controleer of de tang goed op de kabel geplaatst is (kijk naar de richting van de pijl). Als
dit het geval is, dan betekent dit dat u een geleverd vermogen meet (ontvanger naar generator).
Gebruik de hulpfunctie voor de aansluitingen en voor alle benodigde informatie.
ϕ
V(t)
Reactief bestanddeel
Generator
inductieve soort
Ontvanger
capacitieve soort
Ontvanger
inductieve soort
Generator
capacitieve soort
ϕ
Door het apparaat verstrekte informatie
Gemiddeld vermogen
Negatief
Positief
Positief
Negatief
59
i
V
Teken van de PF
1
Positief (+)
Negatief (-)
Positief (+)
Negatief (-)