3.14. VERMOGENSMETING
Voor deze meting is het gebruik nodig van de als optie te verkrijgen specifieke ampèretang C177A. Deze meting kan uitgevoerd
worden op een eenfasenet of op een driefasenet met een evenwichtige spanning en stroom.
3.14.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE
Voor een eenfasenet meet het apparaat de spanning tussen de klemmen L en PE en vermenigvuldigt het deze met de door de tang
gemeten stroom.
Voor een driefasenet met een evenwichtige spanning en stroom meet het apparaat de drie samengestelde spanningen en vermenig-
vuldigt deze vervolgens met de stroom van de derde fase en vervolgens het geheel met √3. Voorbeeld: P
3.14.2. HET UITVOEREN VAN EEN METING
Zet de omschakelaar
op W.
SET UP
OFF
Sluit bij een driefasenet met een evenwichtige spanning en stroom het driepolige snoer dat eindigt in 3 snoeren aan de ene kant
aan op het apparaat en aan de andere kant op twee van de drie spanningen U
snoer. Klem vervolgens met de tang de geleider van de derde fase I
De vermogensmeting kan uitgevoerd worden op verschillende fasen van een installatie. Om die reden is het niet mogelijk de
geregistreerde waarde van het vermogen te indexeren met een van de volgende waarden: 1, 2 of 3 (eenfase metingen op een
driefasenet).
3.14.3. CONFIGURATIE VAN DE METING
Alvorens met het meten te beginnen, kunt u dit configureren door de weergegeven parameter te wijzigen:
Keuze van het type net: eenfase of driefasen in evenwicht.
Voor het meten: om de reeds geregistreerde metingen te bekijken.
Tijdens of na het meten: om deze te registreren.
De richting van de pijl geeft aan of men kan lezen (uitgaande pijl) of registreren (ingaande pijl).
6 %
Het percentage geeft aan hoeveel geheugen er reeds gebruikt is.
Druk een eerste keer op de knop TEST om de meting te starten en een tweede keer om deze te stoppen.
TEST
Sluit bij een eenfasenet het driepolige snoer dat eindigt in 3 snoeren aan de ene kant van het appa-
raat aan en aan de andere kant op een contactdoos van de te testen installatie, met behulp van het
rode en het blauw snoer. Klem met de tang ofwel de fasegeleider vast om het totale vermogen te
verkrijgen, ofwel de geleider van een van de ladingen om het gedeeltelijke vermogen te verkrijgen.
L1
L2
L3
L
N
PE
, U
of U
12
23
(voor U
), I
(voor U
3
12
1
rood
blauw
groen
600 V CAT III
/
57
= U
x I
3Φ
12
3
rood
blauw
groen
600 V CAT III
/
met behulp van het rode en het blauw
31
) of I
(voor U
) vast.
23
2
31
x √3