3 Principes
3.3
Meetopstellingen
3.3.1
Begrippen
Doorstralingsopstelling
De sensoren zijn gemonteerd op de tegenoverliggende zijden van de buis (zie Fig. 3.6).
Reflectieopstelling
De sensoren zijn gemonteerd op dezelfde zijde van de buis (zie Fig. 3.7).
Fig. 3.6: Doorstralingsopstelling
Meetpad
Afstand die het ultrasone signaal aflegt als het één keer dwars door de buis heen gaat. Het aantal meetpaden is:
• onevenals de meting wordt verricht in de diagonale mode (zie Fig. 3.6)
• en oneven als de meting wordt verricht in de reflex mode (zie Fig. 3.7).
Straal
Afstand die het ultrasone signaal aflegt tussen de sensoren of tussen de sensor die het ultrasoon signaal zendt en de sen-
sor die het ultrasone signaal ontvangt. Een straal bestaat uit 1 of meerdere meetpaden (zie Fig. 3.8 of Fig. 3.9).
Fig. 3.8: 1 straal, 4 meetpaden, reflectieopstelling
Sensorafstand
Afstand tussen de sensoren. Er wordt gemeten aan de binnenkant van de sensoren.
reflectieopstelling
doorstralingsopstelling
(positieve sensorafstand)
doorstralingsopstelling
(negatieve sensorafstand)
UMFLUXUS_F7V4-6-3NL, 2023-01-01
Fig. 3.7: Reflectieopstelling
Fig. 3.9: 2 stralen, 3 meetpaden, doorstralingsopstelling
sensorafstand
sensorafstand
sensorafstand
FLUXUS F70x
15