FLUXUS F70x
11.8.4
Meten met rekenkanalen
par >MTN< opt sf
Meten
KANAAL: A B >Y< Z
METEN
.
WAARSCH! KANAAL
B:NIETACT.
Positioneer de sensoren voor alle geactiveerde meetkanalen. Vervolgens wordt de meting automatisch gestart.
Y:Stroomsnelheid
53.41
m/s
Y: A - B
53.41
m/s
11.9
De grenswaarde voor de buisbinnendiameter veranderen
U kunt de onderste grenswaarde van de buisbinnendiameter voor een bepaald sensortype veranderen.
• Druk op toets c. Toets HotCode 071001 in.
DNmin Q-Sensor
15
mm
Opmerking!
Indien een sensor wordt gebruikt onder zijn aanbevolen buisbinnendiameter, dan bestaat de kans
dat een meting onmogelijk is.
11.10
Afstandsbestuurde functies
De afstandsbestuurde functie wordt geactiveerd als er op de binaire ingang een spanning in het actieve bereik:
• FLUXUS F70x**-A2, F70x**-NN: 5...30 V
• FLUXUS F70x**-F2: 5...26 V
wordt opgebracht. De afstandsbestuurde functie wordt gereset zodra de spanning op de binaire ingang weer wordt omge-
schakeld naar het passieve bereik (< 5 V).
Via één enkele binaire ingang kan er één of meerdere afstandsbestuurde functies voor meerdere kanalen worden geacti-
veerd.
De volgende afstandsbestuurde functies zijn beschikbaar:
• reset op 0 van alle meetwaarden die van de stromingssnelheid zijn afgeleid
• reset op 0 van de totalizers
• totalizers stoppen
• activering van de FastFood mode
108
Kies de programmavertakking Meten. Druk op ENTER.
Activeer de vereiste kanalen. Rekenkanalen worden net als een meetkanaal geactiveerd of
gedeactiveerd. Druk op ENTER.
Als een meetkanaal niet geactiveerd is en als dat meetkanaal nodig is voor een geacti-
veerd rekenkanaal, verschijnt er een waarschuwing in beeld. Druk op ENTER.
Als een rekenkanaal geactiveerd is, wordt aan het begin van de meting automatisch de Hu-
manMux mode (zie paragraaf 10.2.2) gekozen en verschijnen de meetwaarden van het re-
kenkanaal in beeld.
Als de AutoMux mode is gekozen, worden afwisselend de meetwaarden van de meetkana-
len, maar niet de rekenkanalen in beeld gebracht.
Druk op de toets
om de verrekeningsfunctie in beeld te brengen.
Druk op de toets
om de meetwaarden van de verschillende kanalen in beeld te bren-
gen.
Toets de onderste grenswaarde voor de buisbinnendiame-ter van het in beeld gebrachte
sensortype in. Druk op ENTER om het volgende sensortype te kiezen.
11 Andere meetfuncties
UMFLUXUS_F7V4-6-3NL, 2023-01-01