FLUXUS F70x
Bij het stoppen van de meting
De wijze waarop de totalisatoren na een gestopte meting of na de RESET van de transmitter reageert, wordt in Spec.
functie\SYSTEEM inst.\Meten\Hoev. terughalen\ ingesteld.
Hoev. terughalen
uit
>AAN<
Bij warmteflowmeting
Tijdens de warmteflowmeting kunt u de waarden van de warmtehoeveelheid-totalisator en van de volume totalisator op-
slaan en uitvoeren. Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Warmte+stroomhv..
Warmte+stroomhv.
uit
>AAN<
11.2.1
Overloop van de totalisatoren
De wijze van reactie van de totalisatoren bij overloop kan worden ingesteld:
Zonder overloop
• De waarde van de totalisator stijgt tot aan de interne begrenzing van 10
• De waarden verschijnen, indien nodig, in exponentiële schrijfwijze (±1.00000E10) in beeld. De totalisator kan alleen
handmatig terug op nul gezet worden.
Met overloop
• De totalisator wordt automatisch teruggezet op nul, zodra ±9999999999 bereikt is.
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Hoev. wrapping.
Hoev. wrapping
uit
>AAN<
Ongeacht de instelling kunnen de totalisatoren handmatig terug op nul gezet worden.
Opmerking!
Het overlopen van een totalisator heeft gevolgen voor alle outputkanalen, bijv. op de datalogger, de
online-overdracht.
De output van de som van beide totalisatoren (de doorvoerhoeveelheid Q) via een uitgang is, nadat
één van de betrokken totalisatoren de eerste keer is overgelopen (wrapping), niet meer geldig.
Om het overlopen van een totalisator te melden, moet er een alarmuitgang geactiveerd worden met
de schakelvoorwaarde GRTHD. en het type HOUDEN.
11.3
Instellingen van de HybridTrek mode
De HybridTrek mode verbindt de TransitTime mode en de NoiseTrek mode. Bij een meting in de HybridTrek mode scha-
kelt de transmitter - in functie van het aandeel van gassen en vaste stoffen in het medium - automatisch heen en weer tus-
sen de TransitTime mode en de NoiseTrek mode. Hij doet dit om een geldig meetresultaat te krijgen.
Opmerking!
Vanwege de hogere meetnauwkeurigheid van de TransitTime mode moet deze de voorkeur krijgen
boven de NoiseTrek mode.
Enable NoiseTrek
uit
>AAN<
Auto NoiseTrek ?
nee
>JA<
102
Als men aan kiest, worden de waarden van de totalisatoren opgeslagen en gebruikt voor
de volgende meting.
Als men uit kiest, worden de totalisatoren teruggezet op nul.
Kies aan om tijdens de warmtehoeveelheidsmeting de waarden van de warmtetotalizer en
van de volumeteller te bewaren en in beeld te brengen.
Druk op ENTER.
Kies aan om met overloop te werken. Kies uit om zonder overloop te werken. Druk op
ENTER.
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten. Druk op ENTER, totdat de lijstnotering
Enable NoiseTrek in beeld verschijnt. Kies aan om de NoiseTrek mode vrij te geven en
uit om hem te blokkeren. Druk op ENTER.
Kies nee om het automatisch heen en weer schakelen tussen de TransitTime mode en de
NoiseTrek mode te deactiveren. Als u nee kiest, kan de NoiseTrek mode tijdens de meting
alleen handmatig geactiveerd en gedeactiveerd worden.
Kies ja om het automatisch heen en weer schakelen tussen de TransitTime mode en de
NoiseTrek mode te activeren. Als u ja kiest, kan de NoiseTrek mode tijdens de meting ook
handmatig geactiveerd en gedeactiveerd worden.
Druk op ENTER.
Deze weergave verschijnt alleen als de NoiseTrek mode is vrijgegeven.
38
.
UMFLUXUS_F7V4-6-3NL, 2023-01-01
11 Andere meetfuncties