3 Principes
3
Principes
Bij de ultrasone flowmeting wordt de stromingssnelheid bepaald van het medium dat door een buis stroomt. Andere meet-
grootheden (bijv. volumeflow, massaflow, warmteflow) worden afgeleid van de stromingssnelheid en van aanvullende
meetgrootheden als dat nodig is.
3.1
Meetsysteem
Het meetsysteem bestaat uit transmitter, ultrasone sensoren met de sensorkabels en de buis waarop de meting is uitge-
voerd.
De ultrasone sensoren worden buiten op de buis bevestigd. Ultrasone signalen worden door het medium gezonden en
ook weer ontvangen. De transmitter regelt de meetcyclus, elimineert de stoorsignalen en analyseert de nuttige signalen.
De meetwaarden kunnen door de transmitter in beeld worden gebracht en worden verrekend en uitgevoerd.
3.2
Meetprincipe
De stromingssnelheid van het medium wordt in de TransitTime mode gemeten met behulp van het ultrasone looptijdver-
schilcorrelatie principe (zie paragraaf 3.2.2). Als er media met een hoog aandeel gassen of vaste stoffen worden gemeten
kan de transmitter omschakelen in de NoiseTrek mode (zie paragraaf 3.2.3).
3.2.1
Begrippen
Stromingsprofiel
Verdeling van de stromingssnelheden over de buisdoorsnede oppervlakte. Voor een optimale meting moet het stromings-
patroon zich volledig hebben gevormd en axiaal-symmetrisch zijn. De vorm van het stromingspatroon is afhankelijk van
het feit of een stroming laminair of turbulent is en wordt sterk beïnvloed door de omstandigheden aan de inloop van het
meetpunt (zie hoofdstuk 5).
Getal van Reynolds Re
Het kengetal beschrijft hoe turbulent het medium in een buis wordt. Het getal van Reynolds Re bestaat uit de stromings-
snelheid, de kinematische viscositeit van het medium en de binnendoorsnede van de buis.
Als het getal van Reynolds een kritieke waarde overschrijdt (bij stromingen in de buis meestal ca. 2 300), gaat de laminai-
re stroming over in een turbulente stroming.
Laminaire stroming
Een stroming waarin er geen turbulentie optreedt. Er vindt geen vermenging plaats van lagen van het medium die naast
elkaar stromen.
Turbulente stroming
Een stroming waarin er turbulentie (opwervelingen van het medium) optreedt. In technische toepassingen zijn stromingen
binnen een buis bijna altijd turbulent.
Overgangsgebied
Een stroming die gedeeltelijk laminair en gedeeltelijk turbulent is.
UMFLUXUS_F7V4-6-3NL, 2023-01-01
transmitter
Fig. 3.1: Voorbeeld voor een meetopbouw
sensoren
buis
FLUXUS F70x
11