Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Flexim FLUXUS F704-NN Series Gebruiksaanwijzing pagina 143

Inhoudsopgave

Advertenties

16 Warmteflowmeting
16.3.2
Toewijzing van de sensoren en temperatuuringangen
De positie van de sensoren en de temperatuuringangen kunnen in functie van de applicatie worden toegewezen.
Kies Spec. functie{1241}SYSTEEM inst.{1244}Procesingangen{1247}Link temperatuur.
A:Thermal energy
>HEAT<
chill
Transd. Location
>RETURN<
supply
Thermal energy
>ABSOLUTE<
sign
A:T-Supply
Ingang T1
A:T-Return
Ingang T2
16.3.3
Een constante temperatuur invoeren
Als de inloop- of de uitlooptemperatuur bekend is en tijdens de gehele meetduur constant is, dan kan de temperatuur als
een constante waarde in de transmitter worden ingevoerd.
Opmerking!
U moet een constant temperatuur intoetsen, als de inlooptemperatuur moeilijk bijv. te meten, maar
bekend en constant is.
De temperatuuringangen worden als volgt geconfigureerd:
Procesingangen ↕
Link temperatuur
A:T-Supply
Vaste ingangswrd
A:T-Return
Vaste ingangswrd
De constante waarde van de temperatuur moet aan het begin van de meting in de programmavertakking Meten ingetoetst
worden (zie paragraaf 16.4).
16.3.4
De meetgrootheid en de maateenheid vastleggen
• Kies de programmavertakking Uitgangsopties.
Uitgangsopties ↕
voor kanaal
A:
Meetgrootheid
Thermal energy
Thermal energy ↕
kW
UMFLUXUS_F7V4-6-3NL, 2023-01-01
Kies bij een verwarmingsapplicatie heat, bij een koelapplicatie chill. Druk op ENTER.
Kies return, als de sensoren op de uitloop gemonteerd zijn, of supply, als de sensoren
op de inloop gemonteerd zijn. Druk op ENTER.
Kies sign, als het voorteken van de warmteflow in acht moet worden genomen, absolu-
te, als alleen de absolute waarde van de warmteflow weergeven moet worden. Druk op
ENTER.
Kies de temperatuuringang, die aan de inlooptemperatuur toegewezen moet worden. Druk
op ENTER.
Kies de temperatuuringang, die aan de uitlooptemperatuur toegewezen moet worden.
Druk op ENTER.
Kies Spec. functie{1241}SYSTEEM inst.{1244}Procesingangen{1247}Link
temperatuur. Druk op ENTER.
Kies de lijstnotering Vaste ingangswrd, als de inlooptemperatuur bekend en constant
is.
Druk op ENTER.
Kies de lijstnotering Vaste ingangswrd, als de uitlooptemperatuur bekend en constant
is.
Druk op ENTER.
Herhaal de stappen voor alle meetkanalen, waarop gemeten wordt.
Kies het meetkanaal waarop de warmteflow gemeten moet worden (het kanaal, waaraan
de temperatuuringangen zijn toegewezen). Druk op ENTER.
Deze weergave verschijnt niet, als de transmitter alleen een meetkanaal heeft.
Kies Thermal energy als meetgrootheid. Druk op ENTER.
Kies de maateenheid dat voor de warmteflow gebruikt moet worden.
FLUXUS F70x
143

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave