FLUXUS ADM 8x27
9
De sensoren bevestigen
Let op!
Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving" (zie
het document SIFLUXUS).
9.1
Voorbereiding van de buis
• De buis moet stabiel zijn. Hij moet bestendig zijn tegen de druk die door de sensorbevestiging teweeg wordt gebracht.
Roest, verf of andere aanslag op de buis absorbeert het geluidssignaal. Een goed akoestisch contact tussen de buis en
de sensoren bereikt u als volgt:
• Reinig de buis op het meetpunt.
- Maak een laklaag glad door ze te schuren. De verf hoeft niet volledig verwijderd te worden.
- Verwijder roest of loszittende verf.
• Gebruik koppelfolie of breng een streng koppelpasta langs de middellijn op het contactvlak van de sensoren aan.
• Zorg er voor dat er tussen het sensorcontactvlak en de buiswand geen luchtinsluitingen zitten.
9.2
Afstelling
Monteer de sensoren zodanig op de buis, dat de graveringen op de sensoren een pijl vormen (zie Afb. 9.1 en Afb. 9.2). De
sensorkabels wijzen in tegengestelde richting.
Voor het bepalen van de stroomrichting zie paragraaf .
Afb. 9.1: De sensoren correct positioneren
Kies de montagehandleiding aan de hand van de meegeleverde sensorbevestiging:
• Variofix L: zie paragraaf 9.3
• Variofix C: zie paragraaf 9.4
• Mijnbouwsensoren en FLEXIM-mijnbouwslot: zie paragraaf •.
9.3
Sensorbevestiging Variofix L
Bij metingen in de reflectieopstelling moeten de sensorbevestigingen op dezelfde zijde van de buis worden gemonteerd
(zie Afb. 9.3).
Bij metingen in de doorstralingsopstelling moeten de sensorbevestigingen op de tegenoverliggende zijde van de buis wor-
den gemonteerd (zie Afb. 9.4).
In het volgende wordt de montage beschreven van twee sensorbevestigingen in de reflectieopstelling (voor elke sensor
één sensorbevestiging).
50
Afb. 9.3: Sensorbevestiging Variofix L (reflectieopstelling)
Afb. 9.2: De mijnbouwsensoren correct positioneren
UMFLUXUS_F8V4-3-3NL, 2018-10-10
9 De sensoren bevestigen