18 Uitgangen
18
Uitgangen
Als de transmitter uitgerust is met uitgangen, moeten deze geïnstalleerd en geactiveerd worden, voordat ze gebruikt kun-
nen worden:
• een meetkanaal (bronkanaal) aan de uitgang toewijzen (als de transmitter meer dan een meetkanaal heeft)
• De meetgrootheid (brongrootte) toewijzen die het bronkanaal naar de uitgang moet overdragen en de eigenschappen
van het signaal toewijzen
• de manier van reageren van de uitgang bepalen, als er geen geldige meetwaarden beschikbaar zijn
• de geïnstalleerde uitgang in de programmavertakking Uitgangsopties activeren
18.1
Een uitgang installeren
De uitgangen worden in Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesuitgangen geenstalleerd.
Opmerking!
De configuratie van een uitgang wordt aan het einde van de dialoog opgeslagen. Als de dialoog door
een druk op de toets BRK beëindigd wordt, worden de wijzigingen niet opgeslagen.
SYSTEEM inst.
↕
Procesuitgangen
Install.uitgang↕
Stroom I1
()
I1 Inschakelen
nee
>JA<
I1 Uitschakelen
>NEE<
ja
I1 Bron kanaal ↕
Kanaal A:
I1 Bron
↕
Meetwaarde
De brongrootten en hun keuzelijsten staan in Tab. 18.1.
Tab. 18.1: Configuratie van de uitgangen
brongrootte
lijstnotering
Meetwaarde
-
Hoeveelheid
Q+
Q-
ΣQ
Grens
R1
R2
R3
Impuls
van abs(x)
van x > 0
van x < 0
UMFLUXUS_F8V4-3-3NL, 2018-10-10
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesuitgangen. Druk op ENTER.
Kies de uitgang die geïnstalleerd moet worden. Druk op ENTER.
De keuzelijst bevat alle daadwerkelijk beschikbare uitgangen. Een haakje achter de lijst-
notering betekent dat deze uitgang reeds geïnstalleerd is.
Deze weergave verschijnt als de uitgang nog niet geïnstalleerd is. Kies ja. Druk op EN-
TER.
Als de uitgang reeds geïnstalleerd is, kiest u nee om hem nieuw te configureren, of ja om
de uitgang te deïnstalleren en terug te keren naar het vorige menupunt om een andere uit-
gang te kiezen. Druk op ENTER.
Kies in de keuzelijst het meetkanaal, dat als bronkanaal aan de uitgang toegewezen moet
worden. Druk op ENTER.
Deze weergave verschijnt niet, als de transmitter slechts één meetkanaal heeft.
Kies de meetgrootheid (brongrootte), die het bronkanaal aan de uitgang moet overdragen.
Als er een binaire uitgang geconfigureerd wordt, worden alleen de lijstnoteringen Grens
en Impuls in beeld gebracht.
output
meetgrootheid die in de programmavertakking Uitgangsopties werd
gekozen
hoeveelheidsteller voor de positieve stroomrichting
hoeveelheidsteller voor de negatieve stroomrichting
som van de hoeveelheidstellers (positieve en negatieve stroomrichting)
grenswaardemelding (alarmuitgang R1)
grenswaardemelding (alarmuitgang R2)
grenswaardemelding (alarmuitgang R3)
impuls zonder rekening te houden met het voorteken
impuls voor positieve meetwaarden
impuls voor negatieve meetwaarden
FLUXUS ADM 8x27
113