FLUXUS ADM 8x27
Voorbeeld 1:
Hoek: 1.1
Offset: -10.0 cm/s = -0.1 m/s
Als er een stromingssnelheid v = 5 m/s wordt gemeten, dan wordt zij - voordat er afgeleide groothe-
den worden berekend - als volgt gecorrigeerd:
= 1.1
v
cor
Voorbeeld 2:
Hoek: -1.0
Offset: 0.0
Alleen het voorteken van de meetwaarden verandert.
Opmerking!
De correctiegegevens worden pas opgeslagen, als er een meting wordt gestart. Als de transmitter
wordt uitgeschakeld zonder dat er een meting is gestart, dan gaan de ingevoerde correctiegegevens
verloren.
Let op!
De correctie van de stromingssnelheid blijft actief na het deactiveren van de SuperUser-mode.
17.4
Begrenzing van de signaalversterking
Om te voorkomen dat stoor- en/of buiswandsignalen (bijv. bij een leeglopen buis) als nuttig signaal worden geïnterpre-
teerd, kan men een max. signaalversterking vastleggen. Als de signaalversterking groter is dan de max. signaalverster-
king
• wordt de meetwaarde als ongeldig gemarkeerd. De meetgrootheid kan niet bepaald worden dan
• brandt de LED van het meetkanaal rood
• verschijnt tijdens het meten achter de maateenheid een hekje "#" (in het normale foutgeval verschijnt er een "?").
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Diverse. Druk op ENTER totdat het menupunt Gain threshold in
beeld verschijnt.
A: Gain threshold
Fail if >
90 dB
Let op!
De begrenzing van de signaalversterking blijft actief na het deactiveren van de SuperUser-mode.
17.5
Bovenste grenswaarde van de geluidssnelheid
Bij het beoordelen van de plausibiliteit van het signaal wordt er gecontroleerd of de geluidssnelheid binnen een vastgelegd
bereik ligt. De bovenste grenswaarde van de geluidssnelheid van het medium die daarbij gebruikt wordt, ontstaat uit de
grootste van de volgende waarden:
• vaste bovenste grenswaarde, voorinstelling: 1 848 m/s
• waarde van de geluidssnelheidscurve van het medium op het werkpunt plus offset, voorinstelling van de offset: 300 m/s
In de SuperUser-mode kunnen deze waarden worden vastgelegd voor media die niet voorkomen in het gegevensrecord
van de transmitter. Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Diverse. Druk op ENTER totdat het menupunt
Bad soundspeed in beeld verschijnt.
A: Bad soundspeed
thresh. 2007 m/s
A: Bad soundspeed
offset:
+321 m/s
110
.
5 m/s - 0.1 m/s = 5.4 m/s
Toets voor elk meetkanaal de max. signaalversterking in. Toets 0 (nul) in als u zonder be-
grenzing van de signaalversterking wilt werken.
bereik: 0...255
Druk op ENTER.
Toets voor elk meetkanaal de bovenste grenswaarde van de geluidssnelheid in. Toets 0
(nul) in om de vooraf ingestelde waarde te gebruiken.
bereik: 0...3 000 m/s
voorinstelling: 1 848 m/s
Druk op ENTER.
Toets voor elk meetkanaal de offset in. Toets 0 (nul) in om de vooraf ingestelde waarde te
gebruiken.
bereik: 0...900 m/s
voorinstelling: 300 m/s
Druk op ENTER.
17 SuperUser-mode
UMFLUXUS_F8V4-3-3NL, 2018-10-10