Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA)
VSA helpt het voertuig in bochten te stabiliseren indien het voertuig meer of minder draait dan
was bedoeld. Het helpt ook bij het handhaven van tractie op gladde wegdekken. Dit gebeurt
door regeling van het vermogen van benzinemotor en elektromotor en selectieve toepassing
van de remmen.
■
Werking van VSA-systeem
Controlelampje
VSA-systeem
Wanneer VSA wordt geactiveerd, merkt u mogelijk
dat de benzinemotor en elektromotor niet op het
gaspedaal reageren. Wellicht hoort u ook geluid uit
het hydraulische remsysteem. Ook ziet u dat het
controlelampje gaat knipperen.
WORDT VERVOLGD
uuTijdens het rijdenuVoertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA)
1Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA)
Het is mogelijk dat het VSA-systeem niet goed functioneert
bij gemengde bandtypes en bandmaten. Zorg ervoor dat u
banden van hetzelfde type en dezelfde maat gebruikt en dat
de bandenspanningen aan de specificaties voldoen.
Wanneer het VSA-controlelampje tijdens het rijden gaat
branden en blijft branden, is het mogelijk dat er een
probleem in het systeem is. Hoewel het mogelijk is dat dit
geen belemmering vormt bij normaal rijden, dient u uw
voertuig onmiddellijk door uw dealer te laten controleren.
VSA kan niet in alle rijomstandigheden de stabiliteit
verbeteren en regelt niet het volledige remsysteem. U dient
nog steeds met een voor de omstandigheden passende
snelheid te rijden en bochten te nemen en altijd een
bepaalde veiligheidsmarge in acht te nemen.
De belangrijkste functie van het VSA-systeem is de
elektronische stabiliteitsregel (ESC). Het systeem bevat ook
een tractieregelingsfunctie.
De controlelampjes van de Adaptive Cruise Control (ACC)
met Low Speed Follow (LSF), Road Departure Mitigation,
voertuigstabiliteitsregeling (VSA), voertuigstabiliteitsregeling
(VSA) OFF, waarschuwingssysteem voor bandenspanning,
parkeerrem en remsysteem (amber) en
botsingsbeperkingssysteem (CMBS) kunnen amber gaan
branden samen met een bericht in de interface voor
bestuurdersinformatie wanneer u de voedingsmodus op
AAN zet nadat de 12V-accu opnieuw wordt aangesloten.
Rijd een korte afstand met een snelheid van meer dan
20 km/h. Alle genoemde controlelampjes zouden uit moeten
gaan. Als er een niet uit gaat, laat u het voertuig door een
dealer controleren.
527