uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer
Instelbare snelheidsbegrenzer
Dit systeem laat u een maximumsnelheid instellen, die niet kan worden overschreden, zelfs al
trapt u het gaspedaal in.
De snelheidslimiet van het voertuig kan worden ingesteld tussen ongeveer 30 km/h en
ongeveer 250 km/h.
Hoe gebruiken
■
Druk op de knop MAIN op
het stuur
Als een ander controlelampje gaat branden,
drukt u op de knop LIM om naar de instelbare
snelheidsbegrenzer over te schakelen.
516
1Instelbare snelheidsbegrenzer
De instelbare snelheidsbegrenzer heeft
beperkingen.
Het is altijd uw verantwoordelijkheid om de
Het controlelampje in het
voertuigsnelheid aan te passen, om de feitelijke
instrumentenpaneel
snelheidslimiet te respecteren en het voertuig op
brandt
Instelbare snelheidsbegrenzer is
veilige wijze te gebruiken.
gereed voor gebruik.
Druk het gaspedaal niet meer in dan nodig is.
Houd het gaspedaal in een geschikte stand,
afhankelijk van de voertuigsnelheid.
Het zou kunnen dat de instelbare snelheidsbegrenzer de
ingestelde snelheidslimiet bergafwaarts niet kan handhaven.
Als dit gebeurt, trapt u het rempedaal in om te vertragen.
Wanneer de instelbare snelheidsbegrenzer niet gebruikt
wordt:
Zet de instelbare snelheidsbegrenzer uit door op de knop
MAIN te drukken.
U kunt de instelbare snelheidsbegrenzer en de Adaptive
Cruise Control (ACC) met LSF of de intelligente
snelheidsbegrenzer niet tegelijk gebruiken.
WAARSCHUWING
3
WAARSCHUWING
3