Advertenties
uuBeveiligingssysteemuBeveiligingssysteemalarm
■
Als het beveiligingssysteemalarm ingesteld wordt
Het controlelampje van het beveiligingssysteemalarm in het instrumentenpaneel knippert en
het knipperinterval verandert na ongeveer 15 seconden.
■
Beveiligingssysteemalarm annuleren
Het beveiligingssysteemalarm wordt geannuleerd wanneer het voertuig wordt ontgrendeld
met de afstandsbediening of het sleutelloze toegangssysteem, of als de voedingsmodus wordt
ingesteld op AAN. Het controlelampje van het beveiligingssysteemalarm dooft tegelijkertijd.
* Niet beschikbaar op alle modellen
208
1Beveiligingssysteemalarm
Modellen met ultrasone sensoren of kantelsensor
Het systeem kan per ongeluk worden geactiveerd wanneer:
•
Het voertuig in een geautomatiseerde garage wordt
geparkeerd.
•
Het voertuig wordt gewassen met water onder zeer hoge
druk of door een automatische autowasstraat wordt
getrokken.
•
Het voertuig per trein, boot of aanhanger wordt vervoerd.
•
Het voertuig wordt blootgesteld aan zware regen of
tijdens een storm.
•
IJs van het voertuig wordt verwijderd.
Met de knop ultrasone sensor OFF en de knop kantelsensor
OFF kunt u het beveiligingssysteemalarm niet per ongeluk
activeren.
Ultrasone sensoren
*
2
BLZ. 209
Kantelsensor
*
2
BLZ. 210
Advertenties
