■
Hoe het systeem werkt
●
Radarsensoren detecteren een
voertuig in de alarmzone
wanneer uw voertuig vooruit
rijdt met 20 km/h of sneller.
Bereik waarschuwingszone
A: Ongeveer 0,5 m
B: Ongeveer 3 m
C: Ongeveer 3 m
* Niet beschikbaar op alle modellen
Radarsensoren:
onder de
hoeken van de
achterbumper
A
B
uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem
1Dode hoek-informatiesysteem
U kunt de instelling van het dode hoek-informatiesysteem
wijzigen.
Instelbare functies
2
Schakel het systeem uit wanneer u een aanhanger/caravan
Waarschuwingszone
trekt.
Het is mogelijk dat het systeem niet goed werkt wanneer:
•
De extra massa ervoor zorgt dat het voertuig kantelt
waardoor het bereik van de radarsensoren verandert.
•
De aanhanger/caravan zelf kan door de radarsensoren
gedetecteerd worden, waardoor de controlelampjes van
C
het dode hoek-informatiesysteem gaan branden.
Het controlelampje van het dode hoek-informatiesysteem
kan onder de volgende omstandigheden mogelijk niet gaan
branden:
•
Het voertuig blijft niet langer dan twee seconden in
waarschuwingszone.
•
Een voertuig is geparkeerd in een zijstraat.
•
Het verschil in snelheid tussen uw voertuig en het voertuig
dat u inhaalt groter is dan 10 km/h.
•
Een object dat niet wordt gedetecteerd door de
radarsensoren nadert of passeert uw voertuig.
•
Een voertuig in de rijbaan naast u een motor of ander klein
voertuig.
Het systeem werkt niet in de stand
WORDT VERVOLGD
*
*
BLZ. 398
R
(
.
535