PLAATS VAN DE BELANGRIJK-
STE COMPONENTEN -ZIE PAR.
ILLUSTRATIES - REF. i). De plaats
op de afbeeldingen is louter indica-
tief en kan variaties ondergaan.
1. Deksel
2. Mand
3. Bereidingskamer
4. Gleuf voor de regeling van de
waakvlamregeling
5. Inschakelingsgroep (zie werkwijze
en functie draaiknoppen, toetsen en
indicatorlampjes).
6. Afsluiter voor afvoer van olie uit
de bereidingskamer
7. Recipiënt voor de opvang van ver-
brande olie
WERKWIJZE
DRAAIKNOPPEN, TOETSEN EN
INDICATORLAMPJES / ZIE PAR.
ILLUSTRATIES - REF. l). De be-
schrijving is louter indicatief en kan
variaties ondergaan.
PIËZO-ELEKTRISCHE
1
KNOP (GAS). Voert één enkele
functie uit: Bij indrukken produceert die
de ontstekingsvonk op de waakvlam.
DRAAIKNOP THERMOSTAAT
2
(GAS). Voert twee functies uit:
1. Injecteert gas in het ontstekingscir-
cuit van de brander.
2. Afstelling van de temperatuur.
TOETS VOOR GASTOEVOER
3
WAAKVLAM (GAS): Wanneer u
die indrukt, wordt er gas in het ontste-
kingscircuit voor de waakvlam ge-
bracht.
ALGEMENE
UITSCHAKELTOETS:
Wanneer u die indrukt, stopt de
gastoevoer naar de waakvlam.
ALLEEN VOOR "N" VERSIES.
AAN/UIT KNOP EN THERMO-
4
STAAT. Het vervult drie verschil-
lende functies: 1. Start/stop van
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
EN
FUNCTIE
DRUK-
- 21 -
GEBRUIKSINSTRUCTIES
de elektrische spanning in het circuit.
/ 2. Bedrijfstemperatuurregeling. / 3.
Start/stop de verwarmingsfase.
AAN EN UIT VENTIEL. Het ver-
5
vult drie verschillende functies:
1. Piëzo-elektrische ontsteking: het in-
troduceert gas en produceert de ont-
stekingsvonk op de waakvlam.
2. Ontsteking van de brander: het
brengt gas in het verwarmingscircuit.
3. Nulstand: Stopt de gasstroom naar
de waakvlam.
RODE LICHTINDICATOR: De
6
indicator, indien aanwezig, is af-
hankelijk van het gebruik van de ther-
mostaatknop. De verlichting van de
indicator geeft een verwarmingsfase
aan.
ALLEEN VOOR VERSIES FRVG7../9..
ONTSTEKINGSKNOP EN
7
THERMOSTAAT. Het vervult drie
verschillende functies:
1. Start/stop van de elektrische span-
ning in het circuit.
2. Piëzo-elektrische ontsteking en
branderontsteking: produceert de
ontstekingsvonk op de waakvlam en
brengt gas in het verwarmingscircuit
3. Regeling van de bedrijfstempera-
tuur.
4.Nulstand: stopt de gasstroom naar
de waakvlam.
RODE LICHTINDICATOR: De
8
indicator is afhankelijk van het
gebruik van de thermostaatknop. Het
oplichten van de indicator signaleert
een verwarmingsfase.
PRODUCTIEOPSTART
Zie "Algemene informatie voor de
veiligheid / Blijvende risico's" voor-
aleer de handelingen uit te voeren
Zie "Dagelijkse inwerkingstel-
ling" vooraleer verder te gaan.
8.
NL