Inbedrijfstelling
I
6
Motor starten
0 0
Vaste setpoints
Functie
/Regelaarblok-
Regelaar-
blokkering
Stop
Vrijgave en stop
Rechtsom met n11
Rechtsom met n12
Rechtsom met n13
Linksom met n11
Bewegings-
diagram
"1"
Ingang DIØØ
/regelaarblokkering
"0"
"1"
Ingang DIØ1
rechts/stop
"0"
"1"
Ingang DIØ2
links/stop
"0"
"1"
Ingang DIØ3
vrijgave/stop
"0"
"1"
Ingang DIØ4
n11/n21
"0"
"1"
Ingang DIØ5
n12/n22
"0"
"1"
Uitgang DBØØ
/rem
"0"
-1
n [min
n13
Toerental
n12
n11
0
-n11
-n12
-n13
92
In de volgende tabel ziet u welke signalen bij de setpointoptie "UNIPOL./FIX.SETPT"
(P100) op de klemmen X13:1...X13:6 (DIØØ...DIØ5) moeten staan om de aandrijving
met vaste setpoints aan te sturen.
X13:1 (DIØØ)
X13:2 (DIØ1)
Rechts/stop
kering
"0"
X
"1"
X
"1"
"0"
"1"
"1"
"1"
"1"
"1"
"1"
"1"
"0"
In het volgende bewegingsdiagram ziet u bijvoorbeeld hoe met de signalen op de klem-
men X13:1 ... X13:6 de aandrijving met de interne vaste setpoints wordt gestart. De
binaire uitgang X10:3 /DBØØ "/Brake") wordt gebruikt om de magneetschakelaar voor
de rem (K12) te schakelen.
]
t11 up CW
t11 up CW
AANWIJZING
Bij regelaarblokkering (DIØØ = "0") krijgt de motor geen stroom. Een motor zonder rem
loopt dan vrij uit.
X13:3 (DIØ2)
X13:4 (DIØ3)
Links/stop
Vrijgave/stop
X
X
"0"
"0"
"0"
"0"
"1"
t11 up CW
t11 down CW
t11 up CCW
Technische handleiding – Applicatieregelaar MOVIDRIVE
X13:5 (DIØ4)
n11/n21
X
X
"0"
X
"1"
X
"1"
"1"
"1"
"0"
"1"
"1"
"1"
"1"
Stop ramp t13
X13:6 (DIØ5)
n12/n22
X
X
X
"0"
"1"
"1"
"0"
05034BNL
®
MDX60B/61B