Inbedrijfstelling
I
6
Voorbereiding en hulpmiddelen
0 0
6.2
Voorbereiding en hulpmiddelen
80
•
Controleer de installatie.
GEVAAR!
Letselgevaar door onbedoeld aanlopen van de motor.
Dood of zeer zwaar letsel.
•
Voorkom onbedoeld aanlopen van de motor, bijvoorbeeld door het elektronica-
klemmenblok X13 los te maken.
•
Verder moeten al naargelang de applicatie extra voorzorgsmaatregelen worden
getroffen om risico's voor mens en machine te vermijden.
•
Bij inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG60B:
Steek de steker van het programmeerapparaat DBG60B op de XT-insteekplaats.
•
Bij inbedrijfstelling met pc en MOVITOOLS
Sluit de optie UWS21B aan op de XT-insteekplaats en koppel deze met een commu-
nicatiekabel (RS232) aan de pc. Installeer en start MOVITOOLS
•
Schakel de netspanning en eventueel de DC 24V-voeding in.
•
Controleer of de parameters goed zijn ingesteld (bijv. fabrieksinstelling).
•
Controleer de ingestelde klemmenbezetting (Æ P60_ / P61_).
AANWIJZING
Door de inbedrijfstelling wordt een groep parameterwaarden automatisch veran-
derd. Om welke parameters het gaat, wordt in de beschrijving van de parameters P700
("Operating modes") verklaard. De parameterbeschrijving vindt u in het systeem-
®
handboek MOVIDRIVE
Technische handleiding – Applicatieregelaar MOVIDRIVE
®
MDX60/61B, hoofdstuk "Parameters".
:
®
op de pc.
®
MDX60B/61B