Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Satellietgeheugenkanalen Opslaan; Satellietgeheugenkanaal Herroepen; Satellietkanaalnaam; Snelgeheugen In Satellietmodus - Kenwood TS-2000 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

11 SPECIALE COMMUNICATIE
3 Druk op [LSB/ USB/ AUTO] of [CW/ FSK/ REV] om
LSB,USB of CW modus te selecteren,.
4 Als de Satelliet verplaatst, stel in op de downlink (RX)
frequentie van de satelliet die verandert met gebruik van
de Afstemknop (door het bijstellen van het Doppler
effect).
Als u de downlink (RX) frequentie bijstelt, zal de
tracefunctie automatisch de uplink frequentie
veranderen zodat de som van de twee frequenties
hetzelfde wordt gehouden (Reverse Trace).
Indien noodzakelijk, druk op [A=B / TRACE] om de
Trace-functie te verlaten. "TRACE" verdwijnt.
De trace-functie kan ook de uplink (TX) frequentie
zodanig veranderen dat het verschil tussen de twee
frequenties hetzelfde wordt gehouden (Normal Trace).
5 Als u naar de normale trace-modus wilt schakelen, druk
op [SPLIT / REV]. " " verdwijnt.
6 Om de frequentie op het sub-band display (gewoonlijk de
uplink frequentie) zonder tracing bij te stellen, draai de
RIT/ SUB regelaar. Om het bij te stellen met de
tracefunctie, druk op [A/B / M/S] om de hoofdband-
frequentie en de sub-bandfrequentie om te wisselen en
draai vervolgens de Afstemknop of MULTI/ CH-
regelknop. De volgende tabel beeldt af welke regelaar te
gebruiken voor het bijstellen van frequenties met tracing
ON en OFF.
M
A
N I
-
e r
g
e
k l
n
F (
j i
) n
M
U
L
T
/ I
C
H
e r
g
e
k l
n
o
p
(
G
I R
/ T
S
U
B
e r
g
e
k l
n
o
p

SATELLIETGEHEUGENKANALEN OPSLAAN

U kunt alle bovengenoemde instellingen in één van de
10 Satellietgeheugenkanalen opslaan voor toekomstige
bewerkingen.
1 Druk op [M.IN], en draai vervolgens de MULTI/ CH-
regelknop om een kanaal van 0 tot 9 te selecteren.
2 Selecteer uw gewenste instellingen.
3 Druk nogmaals op [M.IN] om de selectie in het
geheugenkanaal op te slaan. Om het te verlaten, druk op
[CLR].
Opmerking: Het Satellietgeheugenkanaal houdt geen
frequentiebijstelwaarden als het kanaal wordt veranderd.
Daarom, als u het kanaalnummer verandert of de zendontvanger
naar OFF schakelt, worden de frequentiebijstelwaarden gewist als ze
niet zijn opgeslagen door op [M.IN] te drukken.

SATELLIETGEHEUGENKANAAL HERROEPEN

1 Druk op [VFO/M / VFO/CH].
Het MULTI/ CH lampje brandt.
2 Draai de MULTI/ CH-regelknop om het gewenste
Satellietgeheugenkanaal te selecteren.
3 Druk op [VFO/M / VFO/CH] om naar de
frequentiebijstellingsmodus terug te keren.
N-54
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
T
R
A
C
/ E
T
R
A
C
E
R
O
N
T
R
o
p
M
A
N I
e
n
S
u
b
-
M
A
N I
e
n
S
u
b
o r
) f
-
S
u
b

SATELLIETKANAALNAAM

U kunt elk satellietgeheugenkanaal een naam van maximaal
8 alfanumerieke karakters geven. Sla eerst de instellingen op
in het Satellietgeheugenkanaal {als hierboven}. Om een
Satellietkanaalnaam op te slaan:
1 Druk op [M.IN] en draai vervolgens de MULTI/ CH-
regelknop om het satellietgeheugenkanaal te selecteren.
2 Druk op [DISP].
3 Een begincursor verschijnt. Selecteer een karakter door
de MULTI/ CH-regelknop te draaien, en verplaats
vervolgens de cursor met gebruik van [SUB] of [MAIN].
U kunt ook op andere wijzen de karakters invoeren,
verwijs voor gegevens hierover naar pagina 63.
4 Druk op [M.IN] om de naam in het satellietgeheugen-
kanaal op te slaan. Druk op [CLR] om het te verlaten.
5
De opgeslagen satellietgeheugennaam verschijnt op het
hoofd dot-matrix display.

SNELGEHEUGEN IN SATELLIETMODUS

Terwijl U in de Satellietmodus bent, is slechts 1 snelgeheugen-
kanaal beschikbaar. Het gebruikt satellietgeheugenkanaal 9 om
de instellingen op te slaan. Om de instellingen in
Satellietmodus in het snelgeheugen op te slaan, druk op
QUICK MEMO [M.IN]. De instellingen zijn opgeslagen in
satellietgeheugenkanaal 9.
Druk op QUICK MEMO [MR] of selecteer
T
R
A
C
/ E
satellietgeheugenkanaal 9 met gebruik van de MULTI/ CH-
A
C
E
R
O
F
F
regelknop, om het Snelgeheugen op te roepen.
Satellietgeheugenkanaal 9 wordt herroepen.
M
A
N I

UPLINK FREQUENTIE CONTROLEREN

M
A
N I
Als u de uplink (TX) frequentie moet controleren, druk op
S
u
b
[TF-SET]. Telkens als u op [TF-SET] drukt, worden de uplink
(TX) frequentie en de downlink (RX) frequentie gewisseld.

GEBRUIK VAN XIT/ RIT IN SATELLIETMODUS

U kunt,terwijl in de satellietmodus, ook de RIT of XIT functie
gebruiken. Druk op [RIT/ CW TUNE] of [XIT/ ALT] om de
functie te activeren. Als de RIT of XIT functie ON staat, beeldt
het sub-bandfrequentie display de huidige RIT of XIT
offsetfrequentie af, in plaats van de bewerkingsfrequentie.
Druk op [CLEAR] om de RIT of XIT offsetfrequentie te
wissen.
Opmerking: U kunt in satellietmodus de RIT en XIT functies niet
tegelijkertijd activeren.

FREQUENTIEBAND VERANDEREN

Als u de uplink en/of downlink frequentieband moet
veranderen, druk op [CTRL] om de "CTRL" icon naar de
frequentieband die u wilt veranderen, te verplaatsen. Druk
vervolgens op [+]/ [–] om de band die u wilt bewerken te
selecteren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ts-2000xTs-b2000Ts-2000e

Inhoudsopgave