4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
DISPLAY
1
2
3
q Meettoestel
Tijdens de ontvangst functioneert dit als een S-meettoestel en
geeft de ontvangen signaalsterkte weer. Het geeft ook de
filterbreedte weer. Tijdens de uitzending, functioneert het als
een krachtmeter plus een ALC-meter, een SWR-meter of een
compressiemeter voor de stemverwerking. De piek-vasthoud-
functie zorgt ervoor dat elke meting ca. een halve seconde
lang zichtbaar blijft.
Opmerking: De SWR-meter werkt alleen voor de HF- en de 50 MHz-
banden.
w
Dit verschijnt wanneer de interne antennetuner {pagina 72} of
een externe antennetuner klaar is voor de ontvangst van de
HF/ 50 MHz band.
e AT
Dit verschijnt wanneer de interne antennetuner {pagina 72} of
een externe antennetuner klaar is voor de uitzending van de
HF/ 50 MHz band.
r
Dit verschijnt wanneer het HF RX ANT {pagina 76} -contact
geactiveerd is om HF-bandsignalen te ontvangen. U kunt de
signalen niet via dit contact uitzenden.
t
Er verschijnt "
1- of het Antenne 2-contact voor de FH/ 50 MHz band werd
gekozen {pagina 72}.
y MHz
Dit verschijnt wanneer de MHz omhoog/ omlaag-stand met de
MULTI/ CH-regelknop is AAN {pagina 37}.
u ALT
Dit verschijnt wanneer ALT (Auto Lock Tuning) voor de 1,2 GHz
(FM) band werd geactiveerd {pagina 72}.
i
Dit verschijnt wanneer de geheugen terughalen of geheugen
scrollen wordt gebruikt {pagina 59}.
N-14
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
8 12
14 16
6
7
11 13
4
5
10 9
" of "
", wanneer ofwel het Antenne
15
o
Dit toont het geheugenkanaalnummer voor het
hoofdzendontvangtoestel. Als u een kanaal boven de 99 kiest,
dan verschijnt een eerste cijfer (1 of 2) (de geheugen-
nummers gaan van 00 tot 299}. Het toont ook de
nummerlocatie van de snel geheugen (de snel geheugen-
nummers gaan van "0_" tot "9_").
! 0 AUTO
Dit verschijnt wanneer de auto-standselectie is geactiveerd
{pagina 73}.
! 1
Dit verschijnt wanneer het hoofdzendontvangtoestel voor de
uitzendband is geselecteerd.
! 2
Dit verschijnt wanneer de functies van het hoofdzendontvang-
toestel via de voorpaneeltoetsen geregeld kunnen worden.
! 3 ATT
Dit verschijnt wanneer de ontvangstverzwakker (–12 dB) van
het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina's 57, 73}.
! 4 TNC
Dit verschijnt wanneer de interne TNC aan het
hoofdzendontvangtoestel is toegewezen {pagina 49}.
! 5 PRE
Dit verschijnt wanneer de ontvangstvoorversterker van het
hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 57}.
! 6 + =
Er verschijnt "+" of "–", en dit geeft aan welke offset-richting
voor het hoofdzendontvangtoestel werd gekozen. "=" verschijnt
wanneer de –7,6 MHz (430 MHz) of –6,0 MHz (1,2 GHz) offset
werd gekozen (alleen voor alle E-types) (pagina 32}.