OPMERKINGEN OVER DE WERKING
De TS-2000(X)/ TS-B2000 werd speciaal ontworpen en
gemonteerd om mogelijke hardwareproblemen te vermijden.
U kunt echter de volgende symptomen opmerken tijdens de
werking van het zendontvangtoestel. Deze symptomen
betekenen niet dat het toestel defect is.
TX-SIGNAALSAMENKLANK
De TS-2000(X)/ TS-B2000 bestaat uit 2 onafhankelijke
ontvangtoestellen. Zodoende kan het toestel signalen
ontvangen terwijl u aan het uitzenden bent. Hierdoor kan de
samenklank of kunnen de gemixte heterodyne signaalbeelden
van uw uitzendsignaal door het ontvangtoestel gecontroleerd
worden. Zelfs wanneer de TX-monitorfunctie {pagina 79} UIT
staat, kan het uitzendsignaal via de luidspreker gecontroleerd
worden.
INTERNE SLAGEN
Op sommige plaatsen op de uitzendbanden verplaatst de
S-meter of kunt u geen signalen ontvangen. Dit is
onvermijdelijk bij superheterodyne ontvangtoestellen. U hoort
de signalen op de volgende plaatsen op de banden:
Op het hoofdzendontvangtoestel:
51,259 MHz, 430,151 MHz, 432,209 MHz, 436,799 MHz,
439,298 MHz, 442,440 MHz (alleen K-type), 1247,999 MHz
en 1269,387 MHz.
Wanneer de frequentie van het secundaire ontvangtoestel
144,000 MHz is:
146,663 MHz (alleen K-type) en 436,249 MHz.
Wanneer de frequentie van het secundaire ontvangtoestel
440,000 MHz is:
437,333 MHz en 444,315 MHz (alleen K-type).
Opmerking: Wanneer de frequentie van het secundaire
ontvangtoestel verandert, kunnen de bovenstaande slagfrequenties
evenzo worden gewijzigd. In dit geval zet u het secundaire
ontvangtoestel UIT om de interne stoorsignalen te verwijderen.
Op het secundaire ontvangtoestel:
144,490 MHz, 144,945 MHz, 430,150 MHz, 436,210 MHz
436,800 MHz, 442,020 MHz (alleen K-type), 449,400 MHz
(alleen K-type) en 429,050 MHz (alleen K-type).
VISUELE SCANFUNCTIE
Wanneer u dezelfde VHF- of UHF-band voor zowel het
hoofdzendontvangtoestel als voor het secundaire
ontvangtoestel gebruikt, dan kan de visuele scanfunctie de
signalen op het balkgrafiekdisplay weergeven, zelfs wanneer
er geen signaal via het hoofdzendontvangtoestel wordt
ontvangen. Deze fout wordt veroorzaakt door de interne
stoorsignalen die door het secundaire ontvangtoestel worden
geproduceerd. Lees "INTERNE SLAGEN" hierboven voor de
frequenties in kwestie.
GEVOELIGHEID (ALLEEN K-TYPE)
Terwijl het hoofdzendontvangtoestel op de VHF-band
(142 – 152 MHz) ontvangt, zal de gevoeligheid van het
hoofdzendontvangtoestel enigszins verslechteren wanneer u
118 – 136 MHz of 155 – 300 MHz voor het secundaire
ontvangtoestel kiest.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
AGC
Wanneer u de AGC-functie UIT zet {pagina 38}, kunnen de
geluidssignalen vervormd worden. In dit geval verlaagt u de
RF GAIN-versterking, zet u de voorversterker UIT of zet u de
verzwakker AAN. Over het algemeen wordt de RF GAIN-
versterking grotendeels gereduceerd wanneer de AGC UIT
staat.
SECUNDAIR ONTVANGTOESTEL
Wanneer u het secundaire ontvangtoestel AAN of UIT zet,
kunt u een popgeluid via de luidspreker horen.
18 DEFECTEN OPSPOREN
N-103