8 BETERE COMMUNICATIE
FM-LIJNVERSTERKER
Wanneer u de FM-stand gebruikt, dan kunt u een
lijnversterker gebruiken om communicatie over lange
afstanden mogelijk te maken. Lijnversterkers, die vaak door
radioclubs worden geïnstalleerd en onderhouden, bevinden
zich gewoonlijk op heuveltoppen of andere hoger gelegen
locaties. Gewoonlijk maken zij gebruik van een hogere ERP
(Effectief uitgestraald vermogen) dan een typisch radiostation.
Deze combinatie van een hoge locatie en een hoge ERP
maakt communicatie via FM over veel grotere afstanden
mogelijk dan FM-communicatie zonder de hulp van
lijnversterkers.
De meeste lijnversterkers maken gebruik van een ontvangst-
en uitzendfrequentiepaar met een offset. Daarnaast moeten
sommige lijnversterkers een toon van het zendontvangtoestel
ontvangen, voordat toegang mogelijk is. Er zijn lijnversterkers
beschikbaar op de 29, 50, 144, 430 (440) MHz en 1,2 GHz
banden (TS-2000/ TS-B2000 optioneel). Voor meer
informatie, inclusief de lijnversterkerfrequenties, moet u uw
plaatselijke lijnversterkerdocumentatie raadplegen.
Dit zendontvangtoestel biedt de volgende drie manieren om
twee aparte frequenties te programmeren:
•
Met de gesplitste frequentiefunctie {pagina 31}
•
Een offset programmeren (29, 50, 144, 430 (440) MHz en
1,2 GHz banden)
•
Een gesplitst frequentiekanaal opslaan {pagina 59}
Opmerkingen:
Wanneer twee aparte frequenties met twee VFO's worden
geprogrammeerd, dan moet u ervoor zorgen dan de FM-stand
voor beide VFO's wordt gekozen.
Wanneer u via een lijnversterker werkt, dan kan een te grote
afwijking als gevolg van te hard in de microfoon spreken ervoor
zorgen dat uw signaal door de lijnversterker verbroken wordt
("talk-off").
29,520 MHz
88,5 Hz
29,620 MHz
OFFSET PROGRAMMEREN
Wanneer u de 29, 50, 144, 430 (440) MHz of 1,2 GHz band
gebruikt (TS-2000/ TS-B2000 optioneel), dan is het kiezen
van een enkele frequentie en een offset nog een manier om
twee aparte frequenties te programmeren. Anders dan de
gesplitste frequentie-functie, is voor deze methode slechts
één VFO nodig.
Opmerking: Als u de offsetinstellingen in een geheugenkanaal
opslaat, dan hoeft u ze niet telkens weer te programmeren. Lees het
onderdeel "GEHEUGENFUNCTIES" {pagina 58} voor meer
informatie hierover.
N-32
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
29,620 MHz
29,520 MHz
88,5 Hz
Offset-richting kiezen
1 Kies een ontvangstfrequentie.
2 Druk op [0/ SHIFT/OFFSET] om de offset-richting te
wisselen.
•
Bepaal of de uitzendfrequentie hoger (+) of lager (–)
is dan de ontvangstfrequentie.
•
Er verschijnt "+" of "–", en dit geeft aan welke
offset-richting werd gekozen.
•
Om –7,6 MHz (430MHz) of –6,0 MHz (1,2 GHz)
offset op alle E-types te programmeren, drukt u
herhaaldelijk op [0/ SHIFT/OFFSET] totdat "="
verschijnt.
Als de offset uitzendfrequentie buiten het toegestane
bereik valt, dan wordt de uitzending onmogelijk gemaakt.
Gebruik één van de volgende methodes om de
uitzendfrequentie weer binnen de bandlimieten te
brengen:
•
Verplaats de ontvangstfrequentie binnen de band.
•
Verander de offset-richting.
Opmerkingen:
U kunt alleen de offset-richting veranderen wanneer het
toestel in de FM-stand staat.
Wanneer u een niet-standaard gesplitst geheugenkanaal
voor het uitzendsignaal gebruikt, kunt u de offset-richting niet
veranderen.
Offset-frequentie kiezen
Om een lijnversterker te bereiken waar een niet-standaard
gesplitst frequentiepaar voor nodig is, dan moet u de
standaard offset-frequentie veranderen die door de
meeste lijnversterkers wordt gebruikt. De standaard offset-
frequenties zijn als volgt:
a B
d n
- K
y T
1
4
4
M
H
z
±
4
3
0
4 (
4
) 0
M
H
z
5
0 ,
±
1
2 ,
G
H
z
1
2
0 ,
Voor de 29 en 50 MHz banden is de standaard offset
ingesteld op 0 MHz (Simplex). Programmeer de gewenste
offset-frequentie voor deze banden.
1 Druk op [FUNC], [0/ SHIFT/OFFSET].
2 Draai de MULTI/ CH-regelknop om de juiste offset-
frequentie te kiezen.
•
Het selecteerbare bereik gaat van 0,00 Hz tot
59,95 Hz met stappen van 50 kHz.
3 Druk nogmaals op [FUNC], [0/ SHIFT/OFFSET] om
de instelling te voltooien.
Alleen voor alle E-types: Als u "=" voor de offset-richting heeft
gekozen, dan kunt u de standaardinstelling niet veranderen
(–7,6 MHz of –6,0 MHz).
e p
A
e l l
E
t -
p y
s e
±
6
0
0
k
H
z
±
1
6 ,
M
H
z
M
H
z
–
7
6 ,
M
H
z
±
3
5
0 ,
M
H
z
M
H
z
–
6
0 ,
M
H
z