Advertenties
6.4.2
Parameters voor de bedrijfsmodus "Stroomsterktebegrenzing"
Beschrijving
Bij het starten van de aandrijving voedt de MOVIFIT
met de stroomsterkte I
waarde stroomsterkte. De motor accelereert afhankelijk van de motorstroomsterkte I
De tijd t
t
moet de motorstroomsterkte zijn verhoogde opstartwaarde hebben verlaten en tot de
I
nominale stroomsterkte of nog lager zijn gedaald. Als de motor na de bewakingstijd t
nog steeds een stroomsterkte boven de nominale motorstroomsterkte heeft, schakelt
de MOVIFIT
king), zie hoofdstuk "Foutenlijst MOVIFIT
Parameter
Voor de inbedrijfstelling in de bedrijfsmodus "Stroomsterktebegrenzing" moet u de vol-
gende parameters instellen:
Bedrijfsmodus "Stroomsterktebegrenzing"
Grootte
Startmodus
Nominale motor-
stroomsterkte
Grenswaarde
stroomsterkte I
Bewakingstijd t
startfase
1) Alleen bij duostarter
Inbedrijfstellingsprocedure MOVIFIT® compact-motorstarter
. De stroomsterkte I
e
is bedoeld voor het bewaking van de startprocedure. Binnen de bewakingstijd
I
®
compact-motorstarter om naar de foutmelding F 34 (fout starttijdbewa-
I
M
I
e
Instelling op het be-
dieningsapparaat
MBBG11A
P-01 aandrij-
ving 1 = 1
P-02 aandrijving
2
P-03 aandrijving
1
P-04 aandrijving
2
Par
P-13 aandrijving
1
e
P-14 aandrijving
2
P-09 aandrijving
I
1
P-10 aandrijving
2
®
legt u vast met de parameter
e
®
compact-motorstarter" (→ 2 97).
t
I
Parameter
in MOVITOOLS
Groe
p
7
7
1)
= 1
3
3
1)
3
3
1)
5
1)
Technische handleiding – MOVIFIT
Inbedrijfstelling
compact-motorstarter de motor
P13 Grens-
t
®
MotionStudio
Parameter
Startmodus aandrijving 1 =
stroomsterktebegrensd
Startmodus aandrijving 2 =
1)
stroomsterktebegrensd
Nominale motorstroomsterkte
aandrijving 1
Nominale motorstroomsterkte
1)
aandrijving 2
Grenswaarde stroomsterkte
aandrijving 1
Grenswaarde stroomsterkte
1)
aandrijving 2
Bewakingstijd startfase aandrij-
ving 1
Bewakingstijd startfase aandrij-
1)
ving 2
®
compact
6
.
M
I
51
Advertenties
