Inbedrijfstelling
6
Parameterlijst MOVIFIT® compact-regelaar
6.8.1
Parameterbeschrijving van de regelaar
Parameterindex 10546.23
Parameterindex 10546.38
Parameter 860
70
Technische handleiding – MOVIFIT
Boost
Waardebereik: 0 – 50 V
Door een spanningsverhoging (= boost) bij het starten van de aandrijving stijgt het los-
breekkoppel van de aandrijving.
UL motorstroomsterkte beoordelingsfactor
Waardebereik: 0 – 1,4 – 100
De UL-motorbeveiligingsfunctie voldoet aan de eisen overeenkomstig de norm UL
508C. De motorstroomsterkte, die bij de UL-motorbeveiligingsfunctie wordt gebruikt, is
het product van de op dat moment gemeten actuele stroomsterkte en de instelbare
parameterindex 10546.38 UL motorstroomsterkte beoordelingsfactor.
PWM-frequentie
Waardebereik: 4 kHz, 16 kHz
Het in de technische gegevens aangegeven nominale vermogen van de regelaar geldt
voor de pulsbreedtemodulatiefrequentie (PWM-frequentie) van 4 kHz.
De PWM-frequentie 16 kHz is niet op ieder bedrijfspunt mogelijk en is vooral afhanke-
lijk van het toerental (statorfrequentie f
koelelement) van de regelaar.
De wezenlijke factor die van invloed is op de werking met een PWM-frequentie van
16 kHz is de statorfrequentie f
van 400 V en een nominale motorfrequentie van 50 Hz op een stroomnet van 400 V
kan pas boven een toerental van 780 omw/min op de PWM-frequentie van 16 kHz
worden geregeld.
Voor andere combinaties van motor- en netspanningen kan de vereiste statorfrequen-
tie f
, vanaf waar de PWM-frequentie van 16 kHz mogelijk is, worden berekend vol-
S
gens onderstaande formule:
f
= U
/U
× f
/2
S
net
N
N
f
Statorfrequentie
S
U
Netspanning
net
U
Nominale motorspanning
nom
f
Nominale motorfrequentie
N
®
compact
) en de thermische belasting (temperatuur van
S
. Een 4-polige motor met een nominale motorspanning
S