5.3
Installatievoorschriften
5.3.1
Netvoedingskabels aansluiten
•
•
•
5.3.2
Aardlekschakelaar
Geen betrouwbare bescherming tegen stroomstoot bij verkeerd type aardlekschake-
laar.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
•
•
5.3.3
Netmagneetschakelaar
•
De nominale spanning en frequentie van het MOVIFIT
komen met de gegevens van het voedingsnet.
Pas de kabeldoorsnede aan overeenkomstig ingangsstroomsterkte I
vermogen (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
Installeer voor de kabelbeveiliging aan het begin van de netvoedingskabel achter
de railsysteemaftakking veiligheidsinrichtingen.
De volgende veiligheidsinrichtingen zijn toegestaan:
– Smeltveiligheden uit bedrijfsklasse gG
– Vermogensschakelaar van karakteristiek B of C
– Motorbeveiligingsschakelaar
Pas de afmetingen van de veiligheidsinrichtingen aan de betreffende kabeldoor-
snede aan.
WAARSCHUWING
Gebruik voor regelaars uitsluitend aardlekschakelaars die geschikt zijn voor alle
soorten stroom van het type B!
Een regelaar genereert een gelijkstroomaandeel aardlekstroom en kan de gevoe-
ligheid van een aardlekschakelaar van het type A aanzienlijk verminderen. Daar-
om is een aardlekschakelaar van het type A als beveiligingsinrichting niet toege-
staan.
Als de toepassing van een aardlekschakelaar niet is voorgeschreven, adviseert
SEW‑EURODRIVE van het gebruik van een aardlekschakelaar af te zien.
Om de netvoedingskabel te schakelen moeten er magneetschakelaarcontacten
van de gebruikscategorie AC-3 conform EN 60947-1 worden toegepast.
Elektrische installatie
Installatievoorschriften
®
-apparaat moeten overeen-
Technische handleiding – MOVIFIT
5
bij nominaal
net
21
®
compact