Mechanische installatie
4
Conische encoder demonteren/monteren
EK8./AK8. demonteren
EK8./AK8. monteren
96
Aanvulling op de technische handleiding – Draaistroommotoren DR.., DRN.., DRU.., DR2.., EDR.., EDRN..
1. Draai de schroeven [E] eruit.
2. Neem het aansluitdeksel [619] van de aansluitadapter [1164] af.
3. Draai de schroeven [D] in het onderdeel [C] los.
ð Draai de schroeven [D] er slechts zover uit dat de aansluitadapter [1164] in de
uitsparing van de afdekkap [657] kan worden verschoven.
4. Draai de schroeven [1711] eruit.
5. Trek de afdekkap [657] van de motor. Schuif daarbij de aansluitadapter [1164] uit
de uitsparing.
6. Draai de schroeven [232] eruit.
7. Draai de schroeven [22] eruit.
8. Trek de ventilatorkap [35] over de encoder [220]. Voer de aansluitadapter [1164]
met de signaalkabel door de uitsparing van de ventilatorkap [35].
9. Scheid de koppelingshelften van elkaar. De ene helft van de koppeling [233] blijft
op de bout [3012] van de rotor [1], de andere helft blijft aan de encoder [220] zit-
ten.
Als u de koppeling [233] van de encoder [220] wilt loskoppelen:
10. Draai de centrale afsluitschroef [A] van de encoder [220] uit.
11. Draai de centrale bevestigingsschroef van de encoder [220] los. Gebruik hiervoor
gereedschap dat minimaal 45 mm lang is.
ð Als de centrale bevestigingsschroef van de encoder [220] niet los gaat, houd
dan tegen op het sleutelvlak SW10 van de encoderas.
12. Draai de conische verbinding los.
ð Encoder EK8., AK8W, AK8Y: Om de conische verbinding los te maken, draait u
de centrale bevestigingsschroef van de encoder [220] linksom door.
ð Encoder AK8H: Draai de centrale bevestigingsschroef van de encoder [220]
linksom door. Om de conusverbinding los te maken, draait u een schroef M6
met een lengte ≥ 70 mm in de boring.
13. Trek de encoder [220] van de koppeling [233] af.
1. Verbind de twee helften van de koppeling [233] door ze aan elkaar te bevestigen
met behulp van een koppelingsster. De koppeling [233] moet stevig worden inge-
stoken. Zorg er ook voor dat de encoder [220] zich in het midden bevindt
Als u de koppeling [233] van de encoder [220] heeft losgekoppeld, anders
doorgaan met punt 8:
2. Reinig de conus van de encoder [220] en de koppeling [233].
3. Verwijder de centrale afsluitschroef [A].
4. Schuif de koppeling [233] op de bout [3012]. Om de koppeling te borgen, draait u
de bevestigingsschroef op de klemnaaf aan de motorzijde vast.
ð Aanhaalmoment 3.3 Nm
5. Steek de encoder [220] in de koppelingshelft met de conische opening [233].