3.1.4
Veiligheidsencoder
Veiligheidsencoders van SEW‑EURODRIVE staan garant voor bijzondere betrouw-
baarheid en zowel elektronische als mechanische belastbaarheid.
Met de veiligheidsencoders kunt u de veiligheid van uw machines verhogen door vei-
ligheidsfuncties te implementeren met betrekking tot toerental, draairichting, stilstand
en relatieve of absolute positie. In de intelligente interactie tussen sensoren, actuato-
ren en de besturing levert de veiligheidsencoder de veiligheidsrelevante signalen.
Voor de veiligheidsfunctie is een betrouwbare mechanische verbinding tussen de en-
coder en motor vereist. SEW‑EURODRIVE heeft deze verbinding zo ontworpen dat
fouten volledig worden uitgesloten.
Veiligheidsencoders kunnen niet onafhankelijk een veilige toestand van de machine
initiëren. Om deze reden moeten ze worden bewaakt in het complete systeem. Als de
encoder of volgelektronica een fout detecteert, wordt een foutreactie geïnitieerd in het
complete systeem, bijv. de veilige toestand.
Basisregels veiligheidsencoder
De veiligheidsencoders worden beoordeeld volgens de volgende normen en veilig-
heidsklassen.
Encoder
ES7S
EG7S
AS7W
AG7W
AS7Y
AG7Y
EK8S
AK8W
AK8Y
EI7C FS
Als een veiligheidsencoder op passende wijze in een veiligheidssysteem wordt geïnte-
greerd, kan veiligheidsklasse SIL 3 of PL e worden bereikt. De specificaties, bijv. voor
de systeemarchitectuur, de eventueel vereiste diagnoses en de uitvalwaarschijnlijkhe-
den, moeten worden geïmplementeerd conform normatieve voorschriften en deze pro-
ductdocumentatie.
Aanvulling op de technische handleiding – Draaistroommotoren DR.., DRN.., DRU.., DR2.., EDR.., EDRN..
IEC 61508
EN 62061
(SIL 2)
(SILCL 2)
X
X
X
X
X
X
X
X
–
–
Opbouw van het apparaat
Algemene informatie
EN 61800-5-2 EN ISO 13849-1
(PL d)
–
X
–
X
–
X
–
X
X
X
3
13