3.2.5
Constructie conische encoders
De geïntegreerde encoderconnector (onderdelen 1164 en 619) kan in 90°-stappen
met ± 180 graden worden gedraaid om een variabele kabeluitgang van het aansluit-
deksel [619] mogelijk te maken. Draai de schroeven D in onderdeel C los om het on-
derdeel uit te lijnen.
Bovendien kan bij veel motorconfiguraties het encoderdeksel [361] met ± 360 graden
in 90°-stappen worden gedraaid om een variabele aansluitzijde van de geïntegreerde
encoderaansluiting mogelijk te maken (onderdelen 1164 en 619). Draai daarvoor de
schroeven 34 en de schijven 33 los. De draaibaarheid kan evt. worden beperkt door
de volgende configuratiekenmerken van de motor:
•
•
•
•
•
•
•
Aanvulling op de technische handleiding – Draaistroommotoren DR.., DRN.., DRU.., DR2.., EDR.., EDRN..
Bouwgrootte
Positie van de handremlichter van de rem
Bepaalde reductorcombinaties
Voetafmeting van de motor
Aansluittechniek van de motor (bijv. connectoren)
Combi met onafhankelijk aangedreven ventilator
Toepassingslimieten in het systeem
Opbouw van het apparaat
Overzicht van het apparaat
3
29