5. Maak de encoder [220] los van de encoderaanbouwvoorziening [A] resp. de tus-
6. Om de encoderaanbouwvoorziening [A] los te halen, draait u de schroeven [1458]
EV.., AV.., XV.. demonteren
1. Om de onafhankelijk aangedreven ventilator [170] te demonteren, draait u de
2. Trek de kabeltule [269] met encoderkabel uit de onafhankelijk aangedreven venti-
3. Draai de bevestigingsbouten [232] los en draai de spanschijven [251] naar achte-
4. Draai de schroef van de koppelingsklemnaaf [233] op de encoderkant door de
5. Maak de encoder [220] los van de encoderaanbouwvoorziening [A] resp. de tus-
EV.., AV.., XV.. monteren
1. Monteer de tussenflens [225] met de schroeven [226] op de encoderaanbouwin-
2. Monteer de encoder [220]; zie hoofdstuk Encoder monteren.
3. Bevestig de afdekkap [361] met de schroeven [22] en schijven [211].
Aanvulling op de technische handleiding – Draaistroommotoren DR.., DRN.., DRU.., DR2.., EDR.., EDRN..
senflens [225].
en [936] los. De koppelsteun [935] en schroeven [1463] kunnen op de encoder-
aanbouwvoorziening [A] blijven zitten.
ð Als de encoderaanbouwvoorziening erg vast zit: Schroef een draadpen M6
(lengte 20 – 35 mm) handvast in de rotorboring. Schroef een draadpen M8
(lengte >10 mm) in dezelfde boring en druk de encoderaanbouwvoorziening [A]
van de rotor [1] af. Verwijder de draadpen M6 uit de rotorboring.
schroeven [22] los.
lator [170].
ren.
spleet van de encoderaanbouwvoorziening [A].
senflens [225].
richting [212].
Mechanische installatie
Aanbouw-encoder demonteren/monteren
4
71