Olie controleren
Ga als volgt te werk om de olie van de reductor te controleren:
via de oliepeil-
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onder-
schroef
2. Tap wat olie af bij de oliepeilschroef.
3. Controleer de oliekwaliteit.
4. Controleer het oliepeil. Zie het vorige hoofdstuk.
Olie verversen met
de oliepeilschroef
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Zwaar letsel.
•
•
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onder-
2. Stel de reductor in bouwvorm M5 of M6 op. Zie hoofdstuk "Bouwvormen"
3. Plaats een vat onder de oliepeilschroef.
4. Verwijder de oliepeilschroeven aan de A- en B-zijde van de reductor.
5. Tap de olie volledig af.
6. Draai de onderste oliepeilschroef er weer in.
7. Vul nieuwe olie van dezelfde soort bij via de bovenste oliepeilschroef (anders klan-
8. Draai de bovenste oliepeilschroef er weer in.
Technische handleiding – reductoren typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
houdswerkzaamheden aan de reductor" (Æ pag. 59).
– Viscositeit
– Als de olie visueel sterke verontreiniging vertoont, adviseren wij u de olie buiten
de onder "Inspectie- en onderhoudsintervallen" (Æ pag. 60) vermelde onder-
houdsintervallen te verversen.
WAARSCHUWING!
Laat de reductor voor de werkzaamheden afkoelen!
De reductor moet echter nog warm zijn, omdat de dikvloeibaarheid van te koude olie
het correcte aftappen bemoeilijkt.
houdswerkzaamheden aan de reductor" (Æ pag. 59).
(Æ pag. 77).
tenservice raadplegen). Het is niet toegestaan verschillende synthetische smeer-
middelen te mengen.
– Vul de oliehoeveelheid bij conform de specificaties op het typeplaatje of conform
de bouwvorm. Zie hoofdstuk "Vulhoeveelheden smeermiddel" (Æ pag. 106).
– Controleer het oliepeil volgens het hoofdstuk "Oliepeil controleren via oliepeil-
schroef".
Inspectie/onderhoud
®
W
6
73