Mechanische installatie
4
Opstellen van de reductor
4.3.3
Opstellen in vochtige ruimten of buiten
4.3.4
Ontluchting van de reductor
22
Voor het gebruik in vochtige ruimten of buiten worden aandrijvingen in een corrosie-
werende uitvoering met een overeenkomstige laklaag voor oppervlaktebescherming
geleverd. Werk eventuele lakbeschadiging bij (bijv. bij ontluchtingsventiel of hijsogen).
Bij de aanbouw van motoren aan adapter AM, AQ, AR, AT moeten de flensvlakken met
een geschikt afdichtingsmiddel (bijv. Loctite
De volgende reductoren hebben geen ontluchting nodig:
•
R07 in de bouwvormen M1, M2, M3, M5 en M6;
•
R17, R27 en F27 in de bouwvormen M1, M3, M5 en M6;
®
•
SPIROPLAN
W10-, W20-, W30-reductoren.
SEW-EURODRIVE levert alle andere reductoren met een ontluchtingsventiel dat
gemonteerd en geactiveerd is in overeenstemming met de bouwvorm.
Uitzonderingen:
1. SEW levert de volgende reductoren met afsluitdop in de betreffende ontluchtings-
boring:
– draaibare opstellingen, indien mogelijk;
– reductoren voor montage in schuine stand.
Het ontluchtingsventiel zit in de aansluitklemmenkast van de motor. Vóór de inbe-
drijfstelling moet u de hoogstliggende afsluitdop vervangen door het meegeleverde
ontluchtingsventiel.
2. SEW levert bij aanbouwreductoren, die aan de ingaande zijde ontlucht moeten
worden, een ontluchtingsventiel mee in een plastic zakje.
3. SEW levert reductoren in gesloten uitvoering zonder ontluchtingsventiel.
Technische handleiding – reductoren typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
®
574) worden afgedicht.
®
W