Voorbereiding van inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
6
Inspectie/onderhoud
De volgende reductoren hebben een levensduursmering en zijn dus onderhoudsvrij:
•
•
•
Afhankelijk van externe invloeden dient de aflaklaag/corrosiewerende lak bijgewerkt of
opnieuw aangebracht te worden.
Voor alle andere reductoren gelden de volgende inspectie- en onderhoudsintervallen.
6.1
Voorbereiding van inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Let op de volgende aanwijzingen voor u met de inspectie-/onderhoudswerkzaamheden
aan de reductor begint.
Gevaar voor beknelling door onbedoeld aanlopen van de aandrijving.
Dood of zwaar letsel.
•
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Zwaar letsel.
•
•
VOORZICHTIG!
Door een verkeerde reductorolie bij te vullen kunnen de eigenschappen van het smeer-
middel verloren gaan.
Mogelijke materiële schade!
•
•
AANWIJZING!
De positie van de oliepeilschroef, de olieaftapschroef en het ontluchtingsventiel is
afhankelijk van de bouwvorm. Zij staat vermeld in de bouwvormbladen. Zie hoofdstuk
"Bouwvormen" (Æ pag. 77).
Technische handleiding – reductoren typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
rechte reductoren R07, R17, R27;
vlakke reductor F27;
®
SPIROPLAN
-reductoren.
GEVAAR!
Schakel de motorreductor spanningsloos, voordat u met de werkzaamheden begint
en borg deze tegen onbedoelde herinschakeling!
WAARSCHUWING!
Laat de reductor voor de werkzaamheden afkoelen!
Oliepeilschroef en olieaftapschroef voorzichtig eruit draaien.
Synthetische smeermiddelen niet onderling en niet met minerale smeermiddelen
mengen!
Als smeermiddel wordt standaard een minerale olie toegepast.
Inspectie/onderhoud
®
W
6
59