Mechanische installatie
4
Aandrijfzijdig deksel AD
4.12 Aandrijfzijdig deksel AD
4.12.1 Deksel met motorfundatieplaat AD../P
52
Raadpleeg voor de montage van aandrijfcomponenten het hoofdstuk "Monteren van
aandrijf- en overbrengingscomponenten" (Æ pag. 24).
Montage van de motor en verstelling van de motorfundatieplaat.
212119307
[1] Motorfundatieplaat
[2] Draadstift (alleen AD6/P / AD7/P)
[3] Afsteuning (alleen AD6/P / AD7/P)
[4] Moer
[5] Schroefdraadkolom
1. Stel de motorfundatieplaat in op de vereiste montagepositie door de verstelmoeren
gelijkmatig aan te halen. Om rechte reductoren op de laagste positie in te stellen
moet zo nodig de oogbout/het transportoog worden verwijderd. Werk beschadigde
laklagen bij.
2. Lijn de motor uit op de motorfundatieplaat (aseinden moeten in één lijn staan) en
bevestig hem.
3. Monteer aandrijfcomponenten op aandrijfzijdig aseinde en motoras en lijn aandrijf-
componenten, aseinde en motoras ten opzichte van elkaar uit. Corrigeer de motor-
positie eventueel nogmaals.
4. Breng de overbrengingscomponent (V-riem, ketting, ...) aan en span deze voor door
de motorfundatieplaat gelijkmatig te verstellen. Motorfundatieplaat en kolommen
hierbij niet onderling verspannen.
5. Draai de moeren die niet voor de verstelling worden gebruikt vast om de draad-
kolommen te fixeren.
Technische handleiding – reductoren typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
®
W