Softwarematige bediening
7.1.2
Looptijd t
7.1.3
Toerental RPM
7.1.4
Relatieve centrifugaalkracht RCF
26 / 42
[SELECT] .
8.
Druk op toets
De relatieve centrifugaalkracht
[t] de gewenste waarde in.
9.
Stel met de toets
Er kan een numerieke waarde worden ingesteld die zorgt voor een
toerental tussen 200 RPM en het maximale toerental van de rotor.
Instelbaar in stappen van 1.
Boven 10.000 instelbaar in stappen van 10.
[SELECT] .
10.
Druk op toets
Remfase DEC wordt weergegeven.
fast: korte uitlooptijd
slow: lange uitlooptijd
[t] de gewenste waarde in.
11.
Stel met de toets
[START/PULSE] .
12.
Druk op toets
Instellingen worden opgeslagen.
[t] de gewenste waarde in
1.
Stel met de toets
De waarde tot 1 minuut wordt ingesteld in stappen van 1 seconde.
De waarde vanaf 1 minuut wordt ingesteld in stappen van 1
minuut.
Instelbaar van 1 t/m 99 minuten en 1 t/m 59 seconden.
2.
Om continubedrijf in te stellen, moeten de parameters t/min en t/sec
op nul worden gezet.
„--:--" wordt weergegeven.
[RCF] om de RPM-weergave te selecteren.
1.
Druk op de toets
[RCF] kan worden geschakeld tussen de twee para-
Met de toets
meters RPM (
„RPM" ) en RCF ( „>RCF<" ).
[RPM/RCF] de gewenste waarde in.
2.
Stel met de toets
Er kan een numerieke waarde worden ingesteld vanaf 200 RPM tot
het maximale toerental van de rotor.
Instelbaar in stappen van 10.
Boven 10.000 RPM, instelbaar in stappen van 100.
De relatieve centrifugaalkracht RCF is afhankelijk van toerental en centrifu-
geerradius.
De relatieve centrifugaalkracht RCF wordt gespecificeerd als een veelvoud
van de zwaartekrachtversnelling (g).
De relatieve centrifugaalkracht RCF is een eenheidsvrije numerieke waarde
en wordt gebruikt om de scheidings- en sedimentatieprestaties te verge-
lijken.
Rev.: 09 / 11.2023
„RCF" wordt weergegeven.
AB1203nl