6.5.2
Centrifugeren met vooraf ingestelde tijd
6.5.3
Kortdurend centrifugeren
AB1203nl
2.
Voer het gewenste toerental (RPM) of de relatieve centrifugaalkracht
(RCF) in.
3.
Stel de parameters t/min en t/sec in op nul.
„--:--" wordt weergegeven.
[START/PULSE] .
4.
Druk op toets
De centrifugatieloop wordt gestart.
De tijdtelling begint bij
Tijdens de centrifugatieloop worden het rotortoerental of de daaruit
resulterende RCF-waarde en de verstreken tijd weergegeven.
[STOP/OPEN] om de centrifugatieloop af te breken.
5.
Druk op de toets
De uitloop vindt plaats met de ingestelde remfase. Remniveau
wordt weergegeven.
Als de rotor tot stilstand komt, gaat het deksel open, klinkt er
een akoestisch signaal en wordt het resterende aantal loopcycli
(centrifugatielopen) weergegeven.
Personeel:
■
Getrainde gebruikers
1.
Indien nodig: Druk op toets
De parameter RCF (
geven. Met de toets
gewisseld.
2.
Voer het gewenste toerental (RPM) of de relatieve centrifugaalkracht
(RCF) in.
3.
Stel de parameters t/min en t/sec in op de gewenste waarde.
[START/PULSE] .
4.
Druk op toets
De centrifugatieloop wordt gestart.
Tijdens de centrifugatieloop worden het rotortoerental of de daaruit
resulterende RCF-waarde en de resterende tijd weergegeven.
[STOP/OPEN] om de centrifugatieloop af te breken.
5.
Druk op de toets
of
Wacht tot de centrifugetijd is verstreken.
De uitloop vindt plaats met de ingestelde remfase. Remniveau
wordt weergegeven.
Als de rotor tot stilstand komt, gaat het deksel open, klinkt er
een akoestisch signaal en wordt het resterende aantal loopcycli
(centrifugatielopen) weergegeven.
Personeel:
■
Getrainde gebruikers
1.
Indien nodig: Druk op toets
De parameter RCF (
geven. Met de toets
gewisseld.
2.
Voer de gewenste centrifugatieparameters in.
Rev.: 09 / 11.2023
„0:00" .
[RCF] .
„>RCF<" ) of RPM ( „RPM" ) wordt weerge-
[RCF] kan tussen de twee parameters worden
[RCF] .
„>RCF<" ) of RPM ( „RPM" ) wordt weerge-
[RCF] kan tussen de twee parameters worden
Bediening
23 / 42