3.
Installeer systeemmodules (DSP-modules of een EIP-module) indien aanwezig:
•
Verwijder de CPU1 kaart.
•
Monteer de systeemmodules op de CPU1-kaart.
•
Plaats de CPU1 kaart terug in sleuf 1 draai de schroef vast.
Sluit de LAN-kabel aan op de LAN-interfaces op het frontpaneel.
4.
5.
Zet de spanningsomvormer op het achterpaneel op de spanning van de beschikbare
netspanning (230 VAC of 115 VAC).
CAUTION:
Printplaten kunnen worden beschadigd of defect raken als de communicatieserver
op een ander voltage werkt dan dat op de spanningskiezer is ingesteld.
Sluit de stroomadapter aan op het contactpunt op het achterpaneel en op de voeding).
6.
CAUTION:
Zorg dat alle openingen in de behuizing van de communicatieserver gesloten zijn
tijdens de handeling om een gecontroleerde luchtstroom te garanderen.
7.
Start de communicatieserver door op de Aan/Uit-knop op de CPU1 te drukken.
Wanneer het opstarten is compleet is, draait de communicatieserver in de normale
operationele modus. De status-LED boven de Aan/Uit-knop knippert groen. DHCP is
standaard aangeschakeld.
2.7.4.5
Toen u telefoons toewees aan gebruikers in stap 6 van de Setup Wizard, zijn de
gegevensschema's voor de telefoons automatisch aangemaakt. In dit gedeelte van de
procedure paart u de gegevensschema's met de fysieke telefoon om de telefoons te
registreren.
Version 1.0
System Manual for Mitel 470
Registreren en verbinden van telefoons
Systeemoverzicht
40