Functiecommando
"P"
"Lxx"
"N"
"."
"Z"
"R"
"Y"
De functieopdrachten kunnen rechtstreeks op de systeemtelefoons worden opgeslagen
via Zelfserviceportaal of op de functietoetsen via webbeheer.
7.6
Functies en eindstations die niet langer ondersteund
worden
De MiVoice Office 400 serie blijft de eindstations en functies ondersteunen van de Aastra
IntelliGate serie. Uitzonderingen omvatten de volgende eindstations en functies:
•
IP-systeemtelefoons Office 35IP, Office 70IP-b
•
Draadloze systeemtelefoons Office 100, Office 130/130pro, Office 150, Office 150EEx,
Office 155pro/155ATEX
•
De Aastra 6751i telefoon wordt niet langer ondersteund als een Mitel SIP-telefoon.
•
IP-systeemsoftphone Office 1600/1600IP
•
DECT radio-unit SB-4
•
Zakadapter V.24
•
X.25 in het D-kanaal
•
Ascotel
Mobility Interface (AMI) en DCT-aansluitingen
®
•
Universal Terminal Interface (UTI)
Version 1.0
System Manual for Mitel 470
Betekenis
Pauzeer 1 seconde vóór volgende actie
Lijn xx (lijntoetsen) in beslag nemen
Voer telefoonnummer in dat werd ingevoerd tijdens
oproepvoorbereiding
Functie controletoetsen
Activeren / deactiveren DTMF-modus (toonkiezen)
Gebruik laatst gekozen telefoonnummer
Beëindig gesprek en neem lijn weer op
Bijlage
a
278